Vlieënde Hollander - SA literatuur in NederlandArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Bieg /
Confess
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Onderhoude /
Interviews
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Opiniestukke /
Essays
Rubrieke /
Columns
Kos & Wyn /
Food & Wine
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Feeste /
Festivals
Spesiale projekte /
Special projects
Slypskole /
Workshops
Opvoedkunde /
Education
Artikels /
Features
Geestelike literatuur /
Religious literature
Visueel /
Visual
Reis /
Travel
Expatliteratuur /
Expat literature
Gayliteratuur /
Gay literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Hygliteratuur /
Erotic literature
Kompetisies /
Competitions
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

‘Doch nu maak ik er werkelijk een eind aan!’

Wie schrijft er nog brieven? Met de komst van de computer en vooral door de invloed van email lijkt de kunst van het brieven schrijven gedoemd een zachte dood te sterven.

Het is daarom prettig dat er brievenboeken bestaan waarin de correspondentie van schrijvers, dichters, filosofen en, niet te vergeten, gewone mensen wordt vastgelegd.

Wie de kunst van het schrijven van brieven wil leren beheersen, moet beslist Beste ouders! lezen, de brieven die Karel van den Berg, die in 1873 in Batavia werd geboren, naar zijn ouders in Amsterdam stuurde, en die nu gebundeld zijn in een kloek boek (346 bladzijden).

Van den Berg trad in 1895 in dienst van de Nederlandsche Bank- en Credietvereniging voor Zuid-Afrika (NBCVZA) en vertrok in 1896, zoals zovelen naar Zuid-Afrika, dat toen onder Nederlanders zeer in trek was. Abraham Kuyper noemde Transvaal in 1884 het toevluchtsoord met name voor de kern van het Nederlandse Christenvolk. Eerst werkte Van den Berg in Johannesburg op een filiaal en later werd hij benoemd tot directiesecretaris op het hoofdkantoor van de NBCVZA in Pretoria.

Van den Berg was een rijkeluiszoontje, afkomstig uit een ‘niet-kerkelijk, liberaal milieu,’ zoals samensteller Schutte in zijn informatieve introductie schrijft, en dus behept met alle oordelen en vooroordelen van dien. In dat voorwoord worden de brieven van Van den Berg gekenschets als ‘levendige verslagen (...) van allerlei ontmoetingen en ervaringen van een enthousiaste jongeman die de wereld verkende.’ Levendig zijn ze zeker, en openhartig ‘Een kaffer heeft hier waarlijk geen heerenleventje,’ schrijft hij, en: ‘Voor de Boeren als menschen gevoelen wij in het geheel niets.’

Van den Berg deed met zijn Hollandse vrienden in Zuid-Afrika volop mee aan het sociale leven met zijn picnics, danspartijen en ander vertier. Hij zou tot 1900 in Zuid-Afrika blijven en zeer veel van zijn indrukken en reisbeschrijvingen aan het briefpapier toevertrouwen. Zijn brieven hebben dus een sterk persoonlijke tint. Hij informeert naar het reilen en zeilen binnen de familie, en neemt er op zijn beurt de tijd voor om hen op de hoogte te stellen van allerlei persoonlijke lotgevallen. Wat de brieven extra interessant maakt, is dat de politieke situatie in Zuid-Afrika uiterst gespannen was toen Van den Berg er verbleef. Ook daarvan doet hij verslag. Hij ergerde zich zowel aan de domheid van de Boeren (‘Een goed Engels bestuur zou werkelijk een hele verbetering zijn voor dit land’) als aan het hautaine gedrag van ‘den perfiden Brit.’ Toch was hij de zaak der Boeren zo toegedaan, dat hij in 1899 Transvaals burger werd en spoorslags naar het Natalse front vertrok om dienst te nemen in het Boerenleger. ‘Men schijnt het bij U niet goed gevonden te hebben, dat ik mij naar het oorlogsterrein begaf,’ schrijft hij niet zonder gevoel voor understatement, nadat hem een dwangbevel van de Consul Generaal heeft bereikt, verzonden op last van zijn superieuren bij de bank, die weer handelden in opdracht van papa en mama Van den Berg, want Karel voegt er fijntjes aan toe dat hij niet begrijpt dat hij wel, en collega’s niet worden teruggeroepen. Na zijn ouders gerustgesteld te hebben, en verklaard te hebben uit enthousiasme en eerzucht tot zijn vaderlandslievende daad gekomen te zijn (‘ik kan het niet helpen, maar ik zou mijzelve een vadsige, lamlendige kerel gevonden hebben’), doet Van den Berg beeldend verslag van het frontleven met zijn gevaren, misverstanden en andere stupiditeiten. ‘Het treurige van de zaak was ook dat het kanon dat ons had moeten helpen na een schot of acht ophield met schieten en liet weten dat de ammunitie gedaan was. Mooi achter elkaar is de boel in zoo’n Boerencommando niet altijd, en het is mij een wonder dat alles nog zo goed afloopt.’

Schutte heeft de brieven hier en daar enigszins bekort om te voorkomen dat ze saai worden door mogelijke herhalingen. En saai zijn ze dus zeker niet. Anders dan destijds door Ernst Heldring over de jonge Van den Berg werd beweerd (‘hij mist alle oorspronkelijkheid’), had Van den Berg wel degelijk iets te melden, en dat deed hij in een modern aandoende, soepele stijl. De meerwaarde van deze brieven is dat blijkt dat hij zijn (reis)indrukken wist om te zetten in gefundeerde, rake gevolgtrekkingen, in meningen, en dat hij geen blad voor de mond nam. Zo schrijft hij op 24 april 1898, en hij was niet de enige: ‘Een van de grieven tegen dit land is dat men hier zoo weinig kunst, ware kunst te zien krijgt, want het dilettantisme waarop we hier onthaald worden is misschien een niet onaardige, voorbijgaande afleiding maar moet iemand op den duur eerder ergeren dan bevredigen.’ Hij concludeert in het begin van zijn brieven dan ook dat ‘men’ naar Zuid-Afrika kwam ‘om geld te maken’ en daar al zijn energie in stopte, met de cultuur was het minnetjes gesteld. Van den Berg is dan ook blij wanner een reizend toneelgezelschap, de Haviland Company, Hamlet en The Taming of the Shrew komt opvoeren: ‘De personifieering van Hamlet door Haviland zelf maakte inderdaad een machtigen indruk.’

Van den Berg vertrok in 1904 weer naar Nederland, huwde, en werd in 1912 opgenomen in de directie van de Javasche Bank te Batavia, zette zijn bankierscarrière voort en bleef zich in zijn verdere leven intensief met Zuid-Afrika bemoeien, onder meer als bestuurslid van de Vereeniging Zuid-Afrikaansche Stichting Moederland. Hij bezocht Zuid-Afrika nog enkele keren, mede doordat een van zijn zoons zich er had gevestigd. Van den Berg overleed in 1948 in het bankiersparadijs Wassenaar. En komt nu even tot leven dankzij deze boeiende brieven.

Beste Ouders! Brieven uit de Transvaal van Karel van den berg, samenstelling: Dr. G.J. Schutte, SAI Amsterdam, ƒ49,50.

boontoe


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.