NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

Winternachten: De viering van een netwerk

Alfred Schaffer


Het Nederlandse festival Winternachten komt naar Zuid-Afrika. Dit in Den Haag gehouden multiculturele festijn, dat al sinds 1995 een groot succes is, krijgt nu een vervolg in Durban en Kaapstad.
       Arstistiek leider Ton van de Langkruis en zakelijk leider Mories Römkens waren een aantal dagen in Kaapstad om de laatste regelingen te treffen, overleg te plegen, contacten te leggen, artiesten te zien en te ontmoeten, en om, wie weet, een beetje van de heerlijke Kaapse zon te genieten.
       Op de valreep krijg ik het verzoek om een interview af te nemen met Van de Langkruis. Zoals het een grondig onervaren journalist betaamt, krabbel ik dezelfde avond nog wat vragen bij elkaar die later grotendeels onleesbaar zullen blijken en rijd de volgende ochtend naar Arthur Road in Sea Point, alwaar de organisatoren residentie houden in het Protea hotel.
       Natuurlijk een paar minuten te laat, verwacht ik een verbolgen en ongeduldige man in de foyer van het hotel, nerveus en druk bezig om gesprekken te voeren door minstens drie mobiele telefoons.
       Niets van dat alles. Ton van de Langkruis zit gemakkelijk achterover en is de rust zelve. Alleen een laptopje op z’n schoot, dat hij tijdens ons gesprek regelmatig even zal raadplegen.
En wat blijkt, we hebben direct een band. Ook na zes jaren Zuid-Afrika en Afrikaans heb ik volgens Van de Langkruis nog een heerlijk Haags accent. Ook hij is Hagenaar. In zo plat mogelijk Haags steek ik dus maar direct van wal met mijn eerste vraag.

Wat is Winternachten precies, hoe is het ontstaan?

‘Winternachten is ontstaan naar aanleiding van het festival Indië/Indonesië, dat in 1995 werd gehouden. Dat jaar vierde Indonesië 50 jaar onafhankelijkheid van Nederland en naar aanleiding daarvan hebben we een groot 10-daags festival georganiseerd. Schrijvers en kunstenaars uit Nederland en Indonesië kwamen bij elkaar om in discussie te treden, ideeën uit te wisselen.
       Waar we wel erg voor waakten was dat het geen clichématig gebeuren zou worden vol nostalgie en tempoe doeloe. Voor de slotavond hadden we echter een uitzondering gemaakt. Schrijvers en dichters lazen voor, haalden herinneringen op en wat bleek: het was een uitermate geslaagde avond.
       Direct kwamen uit verschillende hoeken stemmen op om die avond te herhalen. Dat hebben we begin 1997 gedaan. Dat was de Indische Winternacht. En omdat enkel de Indonesische tak een te magere voedingsbodem zou zijn, hebben we in 1998 schrijvers uitgenodigd uit de andere ‘verwantschapslanden’: Suriname, de Nederlandse Antillen en Zuid-Afrika, of schrijvers die een bepaalde connectie hebben met die landen. Nu is het festival enorm gegroeid en invloedrijk, dat is best een grote verantwoordelijkheid. Er wordt elk jaar echt weer gekeken naar wie is uitgenodigd en wie niet. Je krijgt een zekere representatieve functie. Daar hebben van tevoren nooit bij stil gestaan.’

Ik vraag Van de Langkruis waarom het festival naar Zuid-Afrika komt. Hij legt uit dat het nooit gaat om besluiten. Die dingen groeien en ontstaan nu eenmaal door reizen en ontmoetingen, door uitwisselingen over en weer. ‘Winternachten is in wezen één grote viering van een netwerk, een netwerk van schrijvers met soms heel uiteenlopende achtergronden, maar met een gemeenschappelijke interesse.’
       Uit schrijverskringen kwam al snel de roep om het festival naar Zuid-Afrika te halen. Etienne van Heerden en Peter Snyders kwamen bijvoorbeeld al vroeg met die vraag. Maar de organisatie is natuurlijk niet een-twee-drie uit de grond gestampt, en vier jaar later wordt die droom dus pas verwezenlijkt. Van de Langkruis en Römkens hebben door de jaren heen veel festivals in Zuid-Afrika bezocht, en zo geleidelijk aan een netwerk kunnen opbouwen dat noodzakelijk is om een goed programma samen te stellen.
       Zo namen ze onder andere een kijkje bij het Klein Karoo Nasionale Kunstefees in Oudtshoorn en het Woordfees in Stellenbosch. Maar waarover ze écht enthousiast waren was het Time of the Writer festival in Durban. ‘Daar vonden we meteen de juiste spirit,’ aldus Van de Langkruis. De organisatie, die ook Poetry in Africa organiseert, is zeer actief en zit vol ideeën. Het is goed georganiseerd met verschillende aanvullende projecten. Ze hebben dan ook al wat ervaring.
       Er wordt niet alleen een avondje voorgedragen maar er is ook veel ruimte voor discussie. Vooral het betrekken van de jeugd, door middel van schrijversbezoeken aan scholen, sprak de leiding van Winternachten erg aan.

Cynthia McLeod
       Nu, eindelijk, is de zaak rond. Van 10 tot en met 17 maart is Winternachten in Durban, met Frank Martinus Arion (Curaçao), Cynthia McLeod (Suriname), Henk van Woerden en Seno Gumira Ajidarma (Indonesië). Rewriting History — The Dutch Connection is de titel van het programma. Het herschrijven van de geschiedenis door schrijvers en dichters is een typisch post-koloniaal thema. Er zullen workshops worden gegeven en lessen, zowel op de universiteit als op middelbare scholen in de townships. Op 18 en 19 maart verhuist de hele organisatie naar het Centre for the Book in Kaapstad, ter gelegenheid van het Cape Town Festival.
Denise Jannah
Denise Jannah
       De in Nederland bekende Michaël Zeeman, onder andere redacteur van de Volkskrant, televisiepresentator en sinds de eerste dag verbonden met Winternachten als gespreksleider en medewerker, zal van de partij zijn, evenals de bekende en getalenteerde jazz zangeres Denise Jannah.
       ‘Het thema van het afgelopen festival was Lust en Liefde in Literatuur, Film en Muziek,’ vertelt Van de Langkruis. ‘We kregen het plan om enkele liefdesgedichten uit de Surinaamse, Zuid-Afrikaanse, Antilliaanse en Nederlandse literatuur op muziek te zetten. Nadat Gerrit Komrij een selectie had gemaakt zochten we een geschikte stem. Denise Jannah was meteen erg enthousiast. Het resultaat was fantastisch. Toen we het hadden over Zuid-Afrika vroeg ze direct of ze mee mocht, ze was heel nieuwsgierig. Ze wilde desnoods voor niets mee, als vrijwilligster! Nou ja, vrijwilligster, zo’n diva, dat kon natuurlijk niet. Dus nu doet ze mee met het programma, ze zal weer die liefdesgedichten zingen, met begeleiding. Haar muzikanten komen natuurlijk uit Zuid-Afrika.
Het is echt een sneeuwbaleffect: van het één komt het ander. Zo kreeg Serge Ligtenberg, die elk jaar onze fotografie doet, ook te horen van onze reis. Hij wilde ook graag mee. Nu gaat hij een fotoreportage maken. En Michaël Zeeman zal verslag doen in de Volkskrant.’

Jij bent artistiek leider. Wat houdt dat in?

‘Ik coördineer de programmering van het festival. Ik speel vooral een bemiddelende rol, leid alles in goede banen. Ik denk dat het belangrijk is het publiek in gedachte te houden. Ik verdiep me dus nauwelijks in de verschillende schrijvers, zodat ik een zekere objectiviteit behoud. De redacteuren doen het leeswerk, zij overleggen met schrijvers. Adviseurs komen met voorstellen. En verder werkt het festival met freelancers.
       Door een zekere afstand te bewaren ben ik in staat vragen te stellen en opmerkingen te maken die het publiek ook zou stellen. Is een bepaalde schrijver nu werkelijk interessant, is het gespreksonderwerp boeiend genoeg? Je moet natuurlijk wel een groot vertrouwen in je redacteuren hebben met deze manier van werken. Alles bij elkaar is het echt full-time werk.’ ‘Alhoewel het niet full-time betaald wordt,’ voegt hij er lachend aan toe.
       Vervolgens gaat ons gesprek over het subsidieklimaat in Nederland. In Nederland is er natuurlijk niets te klagen, zeker in vergelijking met landen als Zuid-Afrika. Er zijn vele culturele en literaire instellingen en festivals, die allen veel bezoekers trekken. Van Poetry International in Rotterdam tot De Nacht van Poëzie in Utrecht tot het Crossing Border Festival Amsterdam. Maar de multiculturele opzet van Winternachten is uniek.
       Winternachten krijgt steun uit verschillende hoeken. Particuliere fondsen steunen het festival, maar ook het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (OC en W) is een vaste steunpilaar. Van de Langkruis stipt aan dat het vooralsnog wel vreemd en jammer is dat het Minsterie van OC en W wél geld opzij zet voor Winternachten in Zuid-Afrika, Suriname en Indonesië en niet voor de Nederlandse Antillen. ‘De Antillen maken geen deel uit van Nederland’, lijkt de heersende opinie. Het is een raadsel waarom die opvatting heerst, juist omdat de Antillen als enige van alle ‘verwantschapslanden’, wél officieel deel zijn van Nederland.
Van de Langkruis heeft het vermoeden dat het Minsterie van OC en W deze vergissing wel weer zal bijstellen, want geld maakt een groot deel uit van de kans van slagen van een festival. ‘Dat verschil zie je in de drie andere landen, waar we Winternachten helpen te organiseren.’

Geld zorgt voor een verhoogde professionaliteit en opzet van een organisatie. ‘Als je kijkt naar het festivalklimaat in de landen met wie wij samenwerken, zie je dat het rendement van zo’n festival zelfs nog hoger zou kunnen liggen dan nu bij ons in Den Haag het geval is. Neem nu Durban, het Time of the Writer festival. De organisatie, onder leiding van Peter Rorvik, barst van het enthousiasmse en de initiatieven. Maar promotie door middel van mooie grote posters, zoals bij ons, daar is bijvoorbeeld geen materiaal of voldoende geld voor. Of een fotoreportage maken, en elke dag nieuwe foto’s publiceren, foto’s die de vorige avond zijn gemaakt: hoe gaat dat in z’n werk, hoe krijgen jullie dat voor elkaar, is dan de vraag. Nu gaat Serge Ligtenberg dus op stap met een aspirant fotograaf uit Zuid-Afrika. Op die manier hoop je dat je kunt bijdragen tot een leerzame wisselwerking. Cultuur is geen luxe, ze is uiterst belangrijk, ook al is er niet genoeg geld voor handen en liggen de prioriteiten dikwijls ergens anders.
Waar we wel heel sterk voor waken is een ‘koloniale’ houding, in de trant van: Wij zullen hier wel even een festival voor jullie organiseren. Ten eerste kíezen we niets, alle plannen die we hebben gemaakt door de jaren heen, zijn ontstaan door contacten en een groeiend netwerk. Verder leveren wij altijd alleen maar het ‘materiaal’: de schrijvers, de teksten, zoals nu ook. We werken intensief samen met culturele organisaties ter plekke en willen absoluut niets overnemen.’


Loit Sôls
Het festival in Jakarta vorig jaar was een groot succes. De jonge Nederlandse dichter Mustafa Sitou viel goed in de smaak, vooral onder de jongeren, evenals Loit Sôls. De Surinaamse, maar oorspronkelijk uit Java afkomstige Surianto, werd zeer warm onthaald, ‘als een opa’, zo zegt Van de Langkruis, zichtbaar nagenietend. De zaal reageerde uitbundig en leek intens met hem in gesprek. Die levendigheid was hartverwarmend. Gibi Bacilio, een performance dichter uit Curaçao, was ook mateloos populair. In het Papiamento slingerde hij als een volleerde rapper zijn teksten de zaal in. Papiamento is, naast het Nederlands, de ‘andere taal’ van Aruba, Bonaire en Curaçao, een mix van Spaans, Portugees, Engels, Frans en Nederlands, met zelfs Indiaase en Afrikaanse invloeden.
‘Poëzie is in Indonesië, anders dan bij ons in Nederland, voor het grootste deel voordracht. Nu en dan verschijnt er wel eens wat op papier, maar de functie van het podium is veel belangrijker.’

Wat is uiteindelijk het doel van Winternachten?

‘Het accent van het festival ligt vooral op het Gesprek, het Discours. Actualiteit speelt niet zo’n grote rol. We zoeken dus geen schrijvers die pas een roman hebben uitgebracht, maar schrijvers en dichters die in hun werk bepaalde thema’s verwerken die passen in het kader van Winternachten. De kunstenaars gaan met elkaar in gesprek over maatschappij en politiek. Maar het is natuurlijk wel een feest, en dus is er veel ruimte voor muziek en dans. Het moet wel speels blijven, we willen geen loodzwaar festival.


Antjie Krog, Kristien Hemmerechts en Elsbeth Etty (gespreksleider)
       De verbindingen tussen schrijvers, daar gaat het om, de uitwisseling. Vaak zetten we schrijvers bij elkaar in een blok die nog niet op de hoogte zijn van elkaars werk, maar waarvan wij denken dat ze veel gemeen hebben. Ze maken dan voor het eerst kennis met elkaars werk en het resultaat is soms fantastisch. Zo groeide er op het podium tussen Kristien Hemmerechts en Antjie Krog echt een wederzijdse band. Hetzelfde gold voor Manon Uphoff en Marlene van Niekerk. Het is mooi als je zoiets ziet gebeuren. Dat zijn unieke en legendarische gebeurtenissen, typerend voor dit festival.
       Het publiek staat ook steeds meer open voor nieuwe dingen. Op het eerste festival bestond het publiek voornamelijk uit oudere mensen die nog een band hadden met het voormalige Nederlands Oos-Indië. Maar de samenstelling verandert, het publiek is duidelijk jonger geworden. Dat is alleen maar toe te juichen. Het is nu veel levendiger en het politiek-correcte verdwijnt gelukkig ook langzamerhand. Zoals dat overigens de tendens is in heel Nederland. Er is nu plaats voor een eerlijker en meer open dialoog.’

Vanzelf komen we op taal en cultuur. Immers, Winternachten houdt zich erg bezig met multiculturalisme. Tot hoever kan men traditionele waarden en normen behouden binnen een vreemd systeem?
       Natuurlijk vindt Van de Langkruis, met Mories Römkens, die er inmiddels bij is komen zitten, dat verschillende talen en culturen een verrijking zijn. ‘Maar je moet het ook praktisch zien natuurlijk. Als twee mensen met elkaar willen communiceren, en er is geen gemeenschappelijke taal, dan moet je gewoon zoeken naar een taal die dat wél is. In veel gevallen is dat Engels, nou ja, prima toch? Ook in Europa is Engels praktisch, in de ambtelijke sfeer. Ik heb daar geen enkel bezwaar tegen. Ik zou zeker niet angstvallig mijn taal gaan beschermen. Die houding tegenover taal, die je bijvoorbeeld op het festival in Oudtshoorn ervaart, trekt mij helemaal niet.
       Maar, taal is inderdaad wel een manier om cultuur over te dragen. Dus misschien, in een Zuid-Afrikaanse context, op de basisschool onderwijs in de moedertaal en daarna onderwijs in het Engels. Ik weet het niet, ik heb niet zo’n zicht op de Zuid-Afrikaanse situatie. De bedreiging in Nederland is natuurlijk niet zo groot als hier.
       Het kan natuurlijk wel eens moeilijk zijn, dat begrijp ik best. En cultuur bestaat immers uit verschillende lagen. De laag van het onderwijs en de overheid, daar hoort men toch een gemeenschappelijke taal te hanteren, zou ik denken. Naar buiten toe moet iedereen zich gewoon aanpassen, dat maakt het een stuk makkelijker. In de privé situatie, in de opvoeding thuis, is er vervolgens genoeg ruimte om eigen waarden en normen aan te houden.
Het geeft wel eens problemen natuurlijk, dat zie je bijvoorbeeld aan veel Molukse jongeren in Nederland. Thuis worden ze nog altijd zeer streng opgevoed, maar eenmaal buiten komen ze in aanraking met een veel tolerantere houding. Die plotselinge ‘vrijheid’ is soms moeilijk.’

Römkens vult nog aan dat hij, opgegroeid in Heerlen, Zuid-Limburg, van kinds af aan tweetalig is opgevoed. ‘Thuis was het Limburgs, op school Nederlands. Niets bijzonders. Hoe meer talen men beheerst, hoe beter.’
Het karakter van Winternachten, niet alleen een viering van taal en cultuur, maar vooral van de brug tussen talen en culturen, een feest van communicatie, dat karakter komt sterk terug in de opvattingen van zowel Ton van de Langkruis als Mories Römkens.

Ondertussen zie ik dat de heren meer en meer op hun horloges beginnen te kijken, Van de Langkruis gluurt nu dikwijls naar z’n laptop en binnenkomende e-mails. We hebben dan ook al een behoorlijke tijd gepraat en er is natuurlijk nog heel veel te doen. Een paar laatste vragen dus.

Wat is, volgens jullie, het algemene beeld van Zuid-Afrika in Nederland, als zo’n beeld al bestaat?

‘Wat het Afrikaans betreft is er een duidelijk toenemende belangstelling,’ aldus Van de Langkruis. ‘Kijk maar naar die documentaire en die bloemlezing over Ingrid Jonker. De bloemlezing van Gerrit Komrij doet het goed, steeds meer Zuid-Afrikaanse artiesten en schrijvers brengen een bezoek aan Nederland. Men is nieuwsgierig. Maar het algemene beeld van Zuid-Afrika is níet zo positief: het aids-beleid van president Thabo Mbeki is ook bij ons veel in het nieuws, evenals de situatie in Zimbabwe en de rol van Zuid-Afrika daarin. En over het algemeen heerst denk ik nog steeds het beeld dat Zuid-Afrika een prachtig land is maar redelijk gewelddadig. Mooi, maar gevaarlijk.’

Wat is de verwachting van Van de Langkruis voor de festivals in Durban en Kaapstad?

‘Geen idee, het wordt spannend. Hopelijk wordt het net zo’n groot succes als in Jakarta, maar dat kun je niet voorspellen natuurlijk. Het hangt ervan af hoe sterk men hier nog bezig is met die Dutch connection.’

Waarom niet Johannesburg, vraag ik vervolgens, maar daar hebben ze nog niet echt over nagedacht. Misschien, als het netwerk groeit en ze komen in contact met mensen die uit Johannesburg komen, ja, wie weet. Maar voorlopig eerst maar eens kijken hoe het in Durban en Kaapstad verloopt.
        Ze gaan nog enkele artiesten zien, en ik beveel natuurlijk direct Mark Lottering aan. Die zullen ze inderdaad bekijken, misschien kan hij als ceremoniemeester optreden in Kaapstad.

Tot slot: enkele dierbare momenten uit de afgelopen jaren Winternachten?

Van de Langkruis: ‘Er zijn zoveel mooie momenten op te noemen, maar waar ik nu aan denk is Frank Martinus Arion die in 1998 een oproep deed om een Slavernij monument op te zetten. Dat komt er nu, in de loop van dit jaar. Een ander onvergetelijk moment was Breyten Breytenbach die tijdens een live bloemlezing gedichten van Ingrid Jonker voorlas. Hij deed dat heel mooi en de gedichten lieten een geweldige indruk achter in de zaal, iedereen was diep ontroerd. Het was feitelijk de eerste kennismaking met het werk van Jonker.’
       Römkens: ‘Een veelzeggend moment was wat mij betreft de ontmoeting tussen Loit Sôls en Breyten Breytenbach, aan de bar in het Spui Theater. Loit was natuurlijk ontzettend zenuwachtig en die ontmoeting van twee Zuid-Afrikaanse schrijvers, in Den Haag, twee mensen die elkaar voorheen nog nooit hadden ontmoet, uit twee totaal verschillende werelden afkomstig, dat gaf me echt een warm gevoel.
En wat ik ook nooit zal vergeten, is Peter Snyders die de schrijfster Cynthia McLeod Surinaams-Nederlands hoorde praten en uitriep: This is my language!’

Bon bini Winternachten, baie welkom in Suid-Afrika.

Foto’s: © Winternachten/Serge Ligtenberg

www.winternachten.nl

terug    /     boontoe


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.