NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

De vis wordt duur betaald

Hendrik-Jan de Wit

Conny Braam: De onweerstaanbare bastaard, Roman. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij Augustus, 2002. ISBN 90 457 0011 5. Prijs: E. 18,50. 352 pagina’s.

In Herman Heijermans’ toneelstuk Op Hoop van Zegen (1900) zegt de vissersweduwe Kniertje bij het vergaan van het schip met de naam van het drama: ‘de vis wordt duur betaald’. Deze beroemde zin uit de Nederlandse literatuur schoot mij herhaaldelijk te binnen bij het lezen van Braams nieuwste roman: De onweerstaanbare bastaard. Een op-en-top Nederlandse roman met een thematiek die sterk aan Heijermans doet denken. Het boek is gesitueerd in Eerste Wereldoorlog, een onbekende periode in de Nederlandse geschiedenis.

Conny Braam borduurt met De onweerstaanbare bastaard verder op haar vorige roman De woede van Abraham. Het werk speelt zich opnieuw af in IJmuiden, maar dan een dertigtal jaren later. De woede van Abraham speelt zich af in de tijd dat het Noordzeekanaal van Amsterdam naar de Noordzee gegraven werd; de opening van het kanaal was op 1 november 1876. De onweerstaanbare bastaard speelt in de Eerste Wereldoorlog en behandelt een vrijwel nooit besproken element van de Nederlandse geschiedenis. In de Eerste Wereldoorlog is namelijk door een groep Nederlanders grof geld verdiend aan de illegale handel met de oorlogvoerende landen. Braam weet dit op treffende wijze in haar roman aan de orde te stellen.

Ook De onweerstaanbare bastaard vertelt over het gezin van Abraham. Abraham leeft niet meer en zijn dochter Lena Boerhaave-Abraham heeft drie kinderen op de wereld gebracht: Bart, Nico en Klara. Nico is doodgraver, Bart is vrijbuiter en Klara runt een kroeg. Lena woont bij Nico en zijn zoon Bertie en twee dochters, de tweeling Julia en Judith. De roman vertelt de verhalen van elk personage voor zich en weet daarmee een pakkende spanning te creëren. Het ene moment weet je als lezer meer dan het personage waarover verteld wordt, terwijl je de andere keer juist minder weet. De externe verteller biedt zo het verhaal op een aantrekkelijke manier aan.

Vanuit het verhaal van de familie Boerhaave weet Braam de overkoepelende geschiedenis van het IJmuiden in de Eerste Wereldoorlog te behandelen. Er passeren heel wat dingen de revue: de internering van soldaten, de mobilisatie, de grote voedseltekorten, de socialistische opstanden en het dreigende communisme, de Belgische vluchtelingen en Duitse deserteurs, de vele lijken die het strand opdrijven en afkomstig zijn van de schepen die tegen de zeemijnen aangelopen zijn, en de Russische revolutie. Daarnaast speelt er in het gezin Boerhaave ook één en ander. Bart is vrijbuiter en weet op een handige wijze aan zijn militaire dienst te ontkomen. Als hij terugkeert, stort hij zich op de illegale vishandel naar Duitsland. Hij weet een paar vissers te regelen en met ijs van zijn broer Nico conserveert hij de vis voor de lange reis. Al snel wordt dit een lucratief handeltje en Bart koopt het ene nieuwe vissersschip na het andere.

Toch zitten er nadelige kanten aan de handel en bij broer Nico treden al spoedig de eerste twijfels op. De vele vluchtelingen uit België brengen hem langzaam tot inkeer en hij keert zich van zijn broer Bart af. Hij vindt het moreel niet verantwoord om aan de oorlog geld te verdienen, terwijl duizenden mensen eronder lijden. Een bezoek aan een communistische bijeenkomst maakt dat hij geen contact meer wil hebben met zijn broer. Bart profiteert optimaal van de oorlog en regelmatig moeten een aantal vissers het leven laten als hun schip op een mijn loopt, terwijl Bart een royale vergoeding voor het vergane schip krijgt. Dit element doet sterk denken aan Heijermans’ Op Hoop van Zegen. Bijvoorbeeld als Bart een schip heeft weggestuurd met Lyall, de vriend van Klara, aan boord. Hij weet op overtuigende wijze te vertellen dat het schip vergaan is; later hoort Klara in haar eigen café over de praktijken van haar broer:

Nadat de verdwijning van de verdwijning van de Jelena III alweer overschaduwd was door nieuwe rampen hoorde Klara op een ochtend twee schippers voor de tap bij herhaling Barts naam noemen. Meer om haar gedeprimeerdheid voor een moment te verdrijven dan uit nieuwsgierigheid vroeg ze waaraan haar broer zoveel eer dankte. ‘O, dat weet je best!’ riepen ze onverwacht agressief en keken haar uitdagend aan.
       ‘Hoe bedoel je?’ Ze was direct op haar hoede.
       ‘Ach kom, je bent toch zo dik met ‘m!’ De oudste schipper spoog venijnig een stevige fluim naast de kwispedoor. ‘Jij zou niet weten dat hij flink heeft geïncasseerd van de verzekeringen!’
       Geschrokken liet Klara de mededeling op zich inwerken.
       ‘Ja, die weet wel hoe hij zijn zakken moet spekken!’ richtte de schipper zich tot de andere klanten, ‘en de familie Spaans, die in één klap twee kostwinners kwijt is, kan aankloppen bij het steunfonds voor een fooi!’ Hij kwam overeind, zocht demonstratief lang in zijn broekzakken en sloeg toen een vlakke hand op de tapkast. Toen hij zijn enorme klauw zwart van olie wegtrok bleven er een paar munten, het afgepaste bedrag voor een glas bier, achter. De twee schippers vertrokken met opgeheven hoofd en daarna dropen ook de andere klanten de een naar de ander af. (134-135)

Klara is woest op haar broer en het gezin Boerhaave valt uiteen door de oorlog. Zelfs moeder Lena, die in het begin nog voor Bart kiest, moet zijn daden verwensen. In tegenstelling tot de reder Bos in het toneelstuk van Heijermans, blijft er in Bart echter wat sympathieks zitten waardoor je als lezer met spanning doorleest voor de afloop. Ook bezit Braam veel minder de noodlotsgedachte zoals deze in het toneelstuk van Heijermans heerst. Hierdoor blijft De onweerstaanbare bastaard een boeiend werk tot op de laatste bladzijde. De afloop is van een totaal andere orde dan je aanvankelijk denkt.

Dit alles samengenomen maakt de nieuwste roman van Braam tot een fraai werk, met veel aandacht voor stilistische details. Vrijwel iedere gebeurtenis brengt de verteller vele pagina’s eerder buitengewoon subtiel aan de orde. Zo haalt Bart al op pagina 55 een ooglap van zijn gezicht om de lezer haast ongemerkt voor te bereiden op de gebeurtenissen aan het einde van de roman. De onweerstaanbare bastaard legt op voortreffelijke wijze een onbekend deel van de Nederlandse geschiedenis bloot. Braam doet dit met veel inbeeldingsvermogen en ze laat zien dat ze deze periode zorgvuldig heeft bestudeerd. Ze brengt een tijd tot leven die ik nauwelijks kende en ze doet dit eerlijk en met een mooie verhouding tussen het grote en het kleine. Geen enkel moment heb je het gevoel dat je ingehaald wordt door de grote geschiedkundige feiten. Zelfs niet op het moment dat de verteller ‘The Grand Scuttle’ in de baai van Scape Flow bij de Orkney-eilanden, in het verhaal voegt. Hierbij wist de Duitse admiraal Ludwig von Reuter een groot deel van de Duitse vloot tot zinken te brengen, onder het mom van ‘liever zinken dan overgeven’. Op treffende wijze situeert de verteller hier Bart die druk verwikkeld is in zijn smokkelpraktijken.

De onweerstaanbare bastaard is een meesterwerk en plaatst Braam op het niveau een andere Nederlandse grootheid: de dramaschrijver Herman Heijermans!

Almelo, 16 februari 2003

terug    /     boontoe


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.