NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

Taalstrijd en het Catalaanse Nova Cançó

Jan Deloof

De situatie van de Europese talen en de wetgeving omtrent die talen mogen op het eerste gezicht sterk verschillen van de situatie en de wetgeving in Zuid-Afrika, bij nadere beschouwing kan het voor Zuid-Afrikaanse taalpolitici toch bijzonder leerrijk zijn de Europese gegevens te bestuderen. Niet dat Europa alle taalproblemen heeft opgelost! In de Europese Unie zijn immers zoveel taalwetgevingen van kracht als er lidstaten zijn en lang niet alle taalwetten zijn bevredigend.
       Een eerste probleem vormen de recente migratiegolven, waarbij vrij grote groepen allochtonen voor de taalwetgeving ’verborgen’ blijven. Om maar één voorbeeldje uit één land te geven: in Frankrijk verblijven honderdduizenden migranten uit Noord-Afrika die haast zeker niet naar hun land van herkomst zullen terugkeren. Moet de Franse Republiek bijgevolg onderricht in de taal van die allochtonen — het Arabisch of het Berbers — gaan organiseren?
       Een tweede probleem is van veel oudere datum: in verschillende Europese landen zijn er zogeheten ’minderheidstalen’ die geen statuut van ’nationale taal’ hebben. Om in Frankrijk te blijven: daar zijn er drie die alleen op Franse bodem worden gesproken, namelijk het Bretons, het Corsicaans en het Occitaans, en twee die buiten Frankrijk wél ’nationale taal’ zijn, namelijk het Duits en het Nederlands. En dan is er nog eentje dat zowel in Frankrijk als in Spanje een minderheidstaal vormt: het Baskisch. Ik wil maar te zeggen dat de situatie even gecompliceerd is als die in Zuid-Afrika en dat niet duidelijk is hoe alles het beste geregeld kan worden.
       In Spanje wordt aan de kant van de Middellandse Zee een taal gesproken die pas na de dood van generaal Franco (1975) erkend werd als ’regionale taal’: het Catalaans (zie bijvoorbeeld bepaalde reisherinneringen van Uys Krige). Dat betekent nog niet dat de Catalanen in de Europese Unie dezelfde mate van erkenning krijgen als de Denen, al zijn er heel wat meer Catalaanstaligen dan mensen die het Deens als moedertaal hebben. Dit is nog zo’n anomalie die een oplossing behoeft.
       Maar onder Franco was de toestand nog veel erger. Het Catalaans bestond doodgewoon niet voor het officiële Spanje. Het mocht niet worden onderwezen en Catalaanse voornamen werden doodleuk verspaanst (Jordi bestond niet, dat werd automatisch Jorge). Maar het Catalaans was een oude cultuurtaal met literaire adelbrieven, en zo’n taal kan een staat niet zomaar uitwissen. Er kwam na de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) dan ook allengs verzet tegen de onderdrukking op gang, vooral onder de Catalaanse kunstenaars en intellectuelen. Een belangrijk dichter als Salvador Espriu werd — ondanks zijn niet zo gemakkelijk toegankelijke dichtkunst — een symbool van het Catalaanse verzet tegen het centraliserende Madrid. Maar zelfs beroemde dichters bereiken slechts enkele honderden personen. In de Catalaans sprekende streken (het eigenlijke Catalonië, València en de Balearen) zijn het de zangers van het Nova Cançó (het nieuwe lied) geweest die toen de woorden van de dichters naar het grote publiek en derhalve naar het politieke forum hebben gebracht.
       Het Nova Cançó was een beweging waarin een groep zangers uit de drie voornoemde Catalaanstalige streken een renaissance van het Catalaanse volkslied bewerkstelligden, een belangrijk middel waarmee de Catalanen hun eigenheid proclameerden en versterkten. Twee zangers uit die tijd van verdrukking en opstand zijn Llach en Raimon.
       Lluís Llach werd geboren in Girona in 1948. Hij bracht zijn kinderjaren door in Verges (in de streek Baix Empordà, ten noorden van Barcelona), een dorp en landstreek die hij altijd in het hart is blijven dragen. Zijn lied ’L’estaca’ (De paal) dateert van 1968. Het is een van de subtielste en sluwste vrijheidsliederen ter wereld: geen censuur kon de zanger daar echt op ’pakken’ en toch begreep iedereen in Spanje en ver daarbuiten zonder tekeningetje de boodschap die Llach kwijt wilde. In het lied vraagt een kleinzoon aan opa Siset: ’Siset, zie je de paal dan niet / waaraan we allemaal gebonden zijn?’ De opa is te oud om er zelf iets aan te kunnen veranderen, maar met veel overtuiging geeft hij zijn kleinzoon de oplossing mee in wat het laatste lied blijkt te zijn dat hij hem leert: ’Als we allen trekken, valt ze […]’.
       In zijn lied ’No el coneixia de res’ (Ik kende hem van haar noch pluimen) valt Raimon het regime veel directer aan. Hij heeft het openlijk over ’censuur’ en ’de pijn ons aangedaan’ (door Franco’s Spanje), maar hij voegt aan de nationalistische inslag nog een sociale dimensie toe. Ramon Pelegero Sanchis, beter bekend als Raimon, werd in 1940 geboren in Xàtiva, een kleine stad ten zuiden van València. Hij heeft veel teksten van de reeds genoemde Salvador Espriu en andere Catalaanse dichters op muziek gezet, maar hij is ook zelf ontegensprekelijk een dichter. Meer dan Lluís Llach.
       In november 2000, om de 25ste verjaardag van Franco’s dood te ’vieren’, hebben Llach en Raimon deelgenomen aan een speciaal programma van Catalunya Radio (Barcelona). De oude strijders zijn nog niet moegestreden, de oude strijd nog niet gewonnen.

Jan Deloof heeft de liederen ’L’estaca’ (Llach) en ’No el coneixia de res’ (Raimon) uit het Catalaans in het Nederlands en in het Bretoens vertaald. Vanwege het kopijrecht is het niet mogelijk om ze hier weer te geven, maar ga misschien eens kijken op http://www.astronomy.ohio-state.edu/~jordi/raimon.html voor informatie over Raimon en Engelse vertalingen van enkele van zijn liedteksten.        Fotomateriaal, geluid en informatie (in het Catalaans/Spaans) over de muziek van deze zangers vindt u op:
http://www.fortunecity.com/underworld/fifa/613/llach.html
http://www.fut.es/~mvc/lluisllach/welcome.html en
http://www.paisoscatalans.org/raimon/ (ook de actieve tekst ’una molt bona plana’ aanklicken voor een latere foto van Raimon) — Renée Marais.

terug    /     boontoe


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.