|
|
Huilende eieren maken debuut tot juweeltjeHendrik-Jan de WitAnnelies Verbeke: Slaap!. Roman. De Vlaamse schrijfster Annelies Verbeke debuteerde afgelopen najaar met de roman: Slaap! De titel dekt de lading van dit bijzondere debuut slechts gedeeltelijk. In tegenstelling tot wat dit langdradige en saaie gegeven doet vermoeden, is Verbeke absoluut niet saai en slaperig in haar boek. Haar debuut is een wakkere en attente roman met twee unieke personages. Slaap! vertelt het verhaal van Maya, die last heeft van slapeloosheid. Ze kan niet slapen, terwijl haar vriend Remco zich omdraait en in slaap valt. De eerste alinea van Verbekes debuut zet al direct de toon voor de hele roman: Mijn nachten waren langer dan mijn dagen, want s nachts was ik alleen. Ik keek naar Remco, die snurkte aan mijn zij. Hij was de reden voor mijn laatste evenwicht maar hij kon slapen en dat maakte alle verschil. Hij gleed van de warme binnenkant van mijn buik rechtstreeks naar Dromenland, een plaats die ik mij steeds vager herinnerde. (9) Het verhaal over de slapeloze nachten is slechts de kapstok waaraan Verbeke haar hoofdpersonage Maya ophangt. De slapeloosheid van Maya is de aanleiding voor de tweede hoofdpersoon van de roman: Benoit de Gieter. Maya ontmoet hem tijdens haar slapeloze nachten. Ze drukt op de bel van Benoits appartement en in tegenstelling tot de anderen, neemt hij direct op: hij lijdt ook aan slapeloosheid. Slaap! is een onvergetelijk debuut om een aantal redenen. Verbeke realiseert een prachtige opzet waarbij in het ene hoofdstuk Maya verteller is, afgewisseld met Benoit in het andere hoofdstuk. De wisseling van verteller brengt een aparte laag in de primaire geschiedenis. Hetzelfde verhaal wordt zo door de vertellers afzonderlijk vertelt. Tussen de hoofdstukken ligt een klein verschil in tijd: het verhaal van Benoit hobbelt iets achter het verhaal van Maya aan. De ontmoetingen van de twee komen in de afzonderlijke verhalen op een wonderlijke wijze samen. Hier valt op dat beide personages hetzelfde verhaal op een andere manier vertellen. Verbeke creëert met het parallellisme een bijzondere spanning, die mede veroorzaakt wordt door een heel ander aspect: de unieke personages die Maya en Benoit zijn. Verbeke heeft niet zomaar twee personages uitgekozen. Zowel Maya als Benoit lijden aan slapeloosheid, maar op één of andere manier weet Verbeke een zeer scherp onderscheid te maken tussen de twee personages. Ze zijn allebei erg verward, maar geheel op een eigen wijze. Het verhaal van Maya staat echter in dienst van het verhaal van Benoit. Benoit wordt hiermee de eigenlijke hoofdpersoon van het verhaal. Benoit de Gieter is zodanig in zichzelf gekeerd, dat hij weinig over Maya vertelt. Hij spreekt enkel over zichzelf en zijn eigen geschiedenis. Maya is voor hem zijn moeder, ze lijkt volgens hem op zijn moeder. Het verhaal van Benoit wordt dus eigenlijk door twee personages verteld, door hemzelf en door Maya. Verbeke leeft zich uitermate goed in haar hoofdpersonen in. Benoit de Gieter is gek en heeft eigenaardige gewaarwordingen, maar zijn verhaal komt zo ontzettend levensecht en doorleefd over. Geen enkel moment twijfel je als lezer aan de oprechtheid van zijn liefde voor de walvis Frederik. Zelfs als hij in de bek van een gestrande potvis wil duiken: Ik keek naar een op en neer deinende zwarte massa waarin een groot rond oog mijn bewegingen aandachtig volgde. Het zwart vloeide weg in het zand als de inkt uit een lek inktpatroon en kleurde daarna ook de zomerlucht, tot ik geen hand meer voor ogen kon zien. De ijzige roep in mijn hoofd stierf uit als het voorbij waaiende briesje dat voor het ging liggen nog enkele woorden van een nieuwslezer tot me door liet dringen. Dan houdt de verteller Benoit op. Pas paginas verder lees je het echte verhaal, met Maya als verteller. Ze ziet de beelden op een videoscherm die politieagenten haar laten zien: Op dat moment rende Benoit in beeld, met kapotte kleren en een blik vol angst. Hij leek het dier eigenhandig weer in het water te willen duwen, zette er zijn volle gewicht tegenaan, streelde het, praatte ertegen, struikelde eromheen. Uiteindelijk zeeg hij neer voort de enorme mond en trachtte zich vergeefs naar binnen te wurmen, terwijl hij schopte naar de agenten, die zijn benen wilden vastgrijpen. Hij verloor het gevecht en liet zich brullend afvoeren. (132) Het contrast in de twee versies laat zien dat Verbeke een fijnzinnige spanning creëert met de twee afzonderlijke verhalen, die op de momenten dat ze samenkomen een prachtige eenheid vormen. Het laat tegelijk zien hoe gek Benoit is. De passages in de psychiatrische inrichting zijn verteld met de verwarring en schimmigheid die bij de gesteldheid van Benoit hoort. Het verblijf in de inrichting groeit hierdoor in geloofwaardigheid. Verbeke brengt dit voortreffelijk tot uiting in haar debuut. Het maakt Slaap! tot een boek dat ver boven het gemiddelde debuut uitstijgt. Daarnaast veroorzaakt de stilistische kracht van Verbeke een even belangrijk aandeel in dit onvergetelijke debuut van de Vlaamse schrijfster. De omkering van spreekwoorden en het spelen met de taal in de mooie vergelijkingen zijn slechts twee aspecten. Verbeke weet de symboliek zorgvuldig en tot in detail uit te werken. Zoals de elementen het oog en het zien. Ze vervullen een belangrijke functie in Slaap! Vanzelfsprekend natuurlijk omdat de ogen essentieel zijn bij het slapen. Bij het laten vallen van eieren maakt de verteller Benoit een bijzondere vergelijking: Ik nam een bord uit de keukenkast en zou wat voor haar maken, voedsel, iets speciaals. Met een ruk opende ik mijn koelkast. Twee eieren vielen vanuit een deurrekje stuk op de grond en veranderden daar in verschrikte ogen die gele tranen weenden. Vloekend smeet ik het bord erachteraan. (82) En Slaap! zit boordevol met dit soort woordspelingen. Later komt vertelster Maya terug op deze oude vergelijking. Nu lukt het Benoit wel om een lekkere maaltijd te bereiden: Hij snijdt het witlof en mengt het met mayonaise. De mond is een tomaat, de neus een aardappel in de schil. De eieren kijken hem aan vanuit de pan. Ze huilen niet. Ze zijn bijna klaar. (160) Verbeke laat in dit soort subtiliteiten zien dat ze bijzonder goed de controle over haar debuutroman heeft. Iets dat weinig voorkomt bij het eerste werk van een schrijver. De kracht van Verbeke ligt in de ijzersterke personages, die ze door haar prachtige en boeiende stijl treffend en pakkend weet neer te zetten. Dat alles maakt Slaap! tot een onvergetelijk werk. Tegelijk verlang je naar het volgende boek van Verbeke. Almelo, maart 2004 Meer informatie op de website van Uitgeverij De Geus: www.degeus.nl
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf. |