|
|
Veel vragen, weinig antwoordenDoor Hendrik-Jan de WitElmer Schönberger: Vic, met name. Er zijn van die romans die je bijblijven, zonder dat je er een duidelijk oordeel over hebt. Van die boeken die zich in vaagheid dompelen en illuster blijven tot de laatste bladzijde. Het zijn van die romans die je nooit zal vergeten, maar je kunt nooit het argument geven waarom het een goed of slecht verhaal is. De omschrijving van het verhaal blijft even verborgen en je kunt je afvragen of dat dan een goed boek is. Precies dat gevoel heb ik bij het romandebuut van Elmer Schönberger. Een romantitel die erg aanspreekt en een bepaalde verwachting wekt. Want wie is die Vic en waarom dat met name erachter. Dat met name heeft een dubbele betekenis. Allereerst noemt het met name Vic bij de naam, maar daarnaast wijst met name op de bijzondere positie van Vic. Vic wordt apart geplaatst, bezien en besproken. De roman pakt je vanaf de allereerste bladzijde. Vlot geschreven met de broer van Vic als verteller. Vics broer is op zoek naar zijn broer, omdat hun gezamenlijke vader zojuist overleden is en hij wil zijn broer graag van het overlijden op de hoogte stellen. De zoektocht laat iets zien van de vele gedaantes van Vic. Aan de ene kant is Vic een begenadigd musicus, maar er spelen zich ook allerlei duistere activiteiten af in de spionagesfeer. Het antwoord blijft helaas uit, want alleen in het eerste deel Melkberichten komt Vics broer aan het woord. Het tweede deel, of beter gezegd: het tweede verhaal, wordt verteld door een hij-verteller. Het deel speelt zich af in de stad New York onder daklozen die verslaafd zijn aan allerlei verdovende middelen. Ze leven een moeilijk bestaan, waarin de grens tussen liefde en haat uitermate dun is. De persoon Triumph bezit veel overeenkomsten met Vic. De raadselachtigheid heerst in dit deel. De personages van de straat versterken dit: Ebony praat en droomt, droomt en praat, en het dringt pas nu tot haar door dat Triumph ervandoor gaat. Typisch Triumph: uren aaneen op dezelfde plek en dan, zonder enige overgang, is hij vervlogen. […]. Als dan plotseling het krantenartikel komt, verschijnt Vic in beeld. Bewust of onbewust identificeer je de personen Triumph en Vic met elkaar. Je maakt zelfs bepaalde associaties met het vorige deel, want ze lijken op elkaar en ook weer niet. Het derde deel Een lach in het donker is helderder geschreven en bevat duidelijk Vic Vroegindewei in de hoofdrol. Hier woont Vic in een appartement, vlakbij zijn broer en bespiedt Vic zijn overbuurman de heer M. Westra. Ondertussen werkt hij druk aan een vertaling van Dantes Divina Commedia. Vic heeft zijn geliefde, Tanja, verlaten en leeft een geïsoleerd bestaan. Hij komt niet of nauwelijks de deur uit en mijmert dag en nacht over zijn overbuurman. Het vierde en laatste deel Mein junges Leben hat ein Endt is misschien het meest extreme en bizarre deel van het boek. Hierin spreekt een dode Vic: Op 24 juli 1977 ben ik van een mastaba te pletter gevallen. Mijn horloge bleef stilstaan op acht minuten voor halfdrie en sindsdien ben ik als zevenentwintigjarige door het leven gegaan, althans van wat daar na de laatste adem nog over is. (169) Dit is een mooi uitgewerkt hoofdstuk waarin de primaire geschiedenis. De belevenissen worden verteld door twee doden. De eerste dode is Vic zelf, de tweede dode is het negenjarige meisje Darja. Haar verhaal mengt zich op prachtige wijze met het verhaal van Vics dood. Tanja heeft hem erin geluisd, vertelt hij. Vic is voor een spionageopdracht naar Egypte gegaan en sterft daar een klunzige dood. Vic staat op een piramide om een foto te maken. Als Vics fototoestel valt en hij het op wil rapen, raakt hij uit zijn evenwicht en valt van het Egyptische graf. De dode verteller Vic weet deze dood om te vormen tot een raadselachtig gebeuren: waarom stond daar een trap en waarom hield niemand hem tegen. Hij wil zijn dood spannender maken dan hij is. De vier verhalen lijken op elkaar, maar verschillen ook wezenlijk van elkaar. Dat schept een grote verwarring bij de lezer, die toch de verbinding zoekt van de verhalen. In alle verhalen is een Vic het centrale personage. De onderkop roman brengt daarbij een onnodige misvatting teweeg. Horen deze verhalen nu bij elkaar of niet? Vic speelt wel een hoofdpersoon en ieder verhaal/deel brengt een bepaald aspect van hem tot uiting, maar op andere punten verschillen de delen op essentiële punten. Die raadselachtigheid rondom de persoon Vic zorgt er aan de ene kant voor dat je de roman leest. Aan de andere kant is de vage persoon Vic hinderlijk en gewoon irritant. Elmer Schönberger laat zijn lezer met een leeg en onbeholpen gevoel achter. Ondanks de zeer redelijke stijl en mooischrijverij van hem. Want wie is die Vic in godsnaam en waar is hij? Zelfs tot ver buiten de roman cirkelt deze vraag rond. Jammergenoeg, moet ik zeggen, want ik was aanmerkelijk tevredener geweest als het raadsel Vic opgelost zou zijn. Het klinkt dubbel met de dode Vic in het achterhoofd, maar het personage Vic komt in de hele roman te weinig tot leven. Vic met name laat mij vooral zien dat een roman meer moet zijn dan een opeenvolging van verhalen. Een personage moet iets doormaken, iets voelen, ideëen hebben. Het noemen van een naam is niet de kracht van een personage. Juist het voelen, het denken maken een personage tot een wezen van vlees en bloed. Voor mij ontbreekt dit alles bij Vic Vroegindewei. Helaas… Vic met name blijft zo een boek dat ik snel vergeet, ondanks de grote hoeveelheid mooie passages waarvan ik echt genoten heb. Almelo, april 2004
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf. |