NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

Postume dichtbundel M Vasalis

Ingrid Glorie

De oudekustlijn
M Vasalis

Amsterdam: Uitgeverij GA van Oorschot
2002 Gebonden
72 pagina’s
Prijs: 20 euro ISBN: 90 282 0965 4

Het wordt nu al dé literaire gebeurtenis van het jaar 2002 genoemd: het verschijnen van De oude kustlijn, een bundel nagelaten gedichten van M Vasalis.

M Vasalis (pseudoniem van Margaretha Droogleever Fortuyn-Leemans, 1909-1998) debuteerde in 1940 met de bundel Parken en woestijnen. Het boek werd een bestseller. Binnen een jaar werden er 10.000 exemplaren van verkocht. Een onwaarschijnlijk hoog aantal voor een poëziebundel, en dat in het eerste jaar van de Tweede Wereldoorlog! Na Parken en woestijnen volgden er nog twee bundels: De vogel Phoenix (1947) en Vergezichten en gezichten (1954).

Vasalis’ werk beleefde herdruk op herdruk en verschillende van haar gedichten, zoals ‘Afsluitdijk’, ‘De idioot in het bad’ en ‘Tijd’ (met de beroemde openingsregels ‘Ik droomde, dat ik langzaam leefde ... / langzamer dan de oudste steen’) werden klassiek. Karakteristiek voor de thematiek en de toonzetting van de gedichten is de laatste strofe uit het al even bekende ‘Fanfare-corps’:

Een warm en onverwacht verdriet
eerbied voor de gewoonste dingen,
neiging om hardop mee te zingen,
en dan te huilen om dit lied,
ontstond in mijn verwend gemoed.
Ik voelde me bedroefd en goed.

‘Eerbied voor de gewoonste dingen’, een spel met tegenstellingen, neiging tot het sentimentele en dan, aan het slot, toch weer zo’n trefzekere, relativerende en humoristische observatie die het gedicht voor het larmoyante behoedt: ‘Ik voelde me bedroefd en goed’. Geen wonder dat een breed publiek Vasalis’ intieme, wijze en tegelijkertijd redelijk toegankelijke poëzie in het hart had gesloten.

Maar na het verschijnen van Vergezichten en gezichten in 1954 werd het onheilspellend stil. Slechts heel af en toe verscheen er nog een nieuw gedicht in het literaire tijdschrift Tirade. Zelfs de toekenning van de Constantijn Huygensprijs, in 1974, en van de PC Hooftprijs, in 1980, konden haar er niet toe brengen om een nieuwe bundel het licht te doen zien. Wat was er aan de hand?

Zelf gaf de dichteres in 1974, in haar dankwoord bij de uitreiking van de Constantijn Huygensprijs, deze verklaring: ‘Wat mij in en na de oorlog overkomen is komt hierop neer: een enorme relativering van mijn eigen lot ... Ik moest voortdurend tot de conclusie komen dat mijn commentaar volstrekt overbodig was.’

En toch is er nu, vier jaar na haar dood, alsnog een bundel met nieuwe gedichten: De oude kustlijn. In hun nawoord schrijven de kinderen Droogleever Fortuyn, die na haar dood de zorg voor de uitgave van deze bundel van hun moeder hebben overgenomen, dat schrijven altijd een ‘levensbehoefte’ van Vasalis is geweest:

‘Gedurende de laatste jaren van haar leven heeft ze zich intensief beziggehouden met het schiften van haar werk, voor zover haar afnemende krachten dat toelieten. Ze gooide weg wat ze niet goed vond en voorzag sommige gedichten van aantekeningen als: “na enige wijzigingen houden”, “hier moet nog iets bij” of “dit kan echt niet”. Ze heeft in deze periode ook nieuwe gedichten gemaakt.’

‘Twee maanden voor haar dood - ze wist toen dat ze niet lang meer te leven had - stortte ze zich met alle kracht die ze nog had op dezelfde arbeid en ook toen kwamen er nieuwe gedichten bij.’

Het was Vasalis echter niet meer vergund om dit werk af te maken. Daarom hebben haar kinderen, op haar verzoek, een definitieve keuze gemaakt uit de teksten die ze heeft nagelaten. ‘Bij het maken van de keuze,’ schrijven ze, ‘was haar eigen commentaar de belangrijkste leidraad. De gedichten waarover ze twijfel uitte hebben we in de meeste gevallen terzijde gelegd. Ook gedichten die onvoltooid waren hebben we niet opgenomen. De selectie is in onderlinge overeenstemming tot stand gekomen, waarbij uiteraard onze persoonlijke voorkeur en de associaties die de gedichten bij elk van ons afzonderlijk opriepen, een rol speelde.’

Zo is De oude kustlijn ontstaan. De titel, verduidelijken de kinderen, is nog door Vasalis zelf aangedragen. ‘Ze vertelde dat haar vader haar vroeger eens tijdens een strandwandeling wees op een vlucht vogels boven de zee: “Die volgen de oude kustlijn”.’

Uiteindelijk bevat de bundel 53 nieuwe gedichten (slechts enkele zijn eerder in Tirade verschenen), die de hele periode van Vasalis’ dichterschap beslaan. Ook in deze bundel spelen noties als ‘eerbied voor de kleinste dingen’, emoties als ‘bedroefd en goed’ en het spel met tegenstellingen een centrale rol. Vasalis kiest haar onderwerpen dichtbij huis. Ze schrijft over de liefde, over haar dementerende moeder, over kinderen die opgroeien en de wereld in trekken en over de trots gemengd met machteloosheid van de ouders die hen moeten laten gaan, over haar patiënten (Margaretha Drooglever Fortuyn was kinderpsychiater), over de wereld van haar jeugd en over ouder worden.

Stijl en vorm van de gedichten zijn vergelijkbaar met die uit Vasalis’ eerdere bundels, uit de jaren veertig en vijftig: eenvoudig, onopgesmukt, met een belangrijke plaats voor rijm en metrum. De dichteres moest aanvankelijk niets hebben van de experimentele poëzie van de Vijftigers. En hoewel ze deze mening later heeft herzien, lijkt De oude kustlijn nauwelijks door latere ontwikkelingen in de literatuur aangeraakt. Zoals Maarten Doorman in een recensie in NRC Handelsblad schrijft: ‘Lees het als poëzie van zestig jaar geleden. Dan is het klassiek. En dat blijft het nog wel even.’

De bundel bevat nogal wat korte gedichten waarvan je vermoedt dat ze niet af zijn, hooguit een opmaat tot iets méér. Dat roept de vraag op naar de omvang van het corpus teksten waaruit de kinderen Drooglever Fortuyn konden kiezen. Maar hoewel niet elk gedicht geslaagd genoemd kan worden, bevat de bundel toch genoeg beelden en rake formuleringen die het verdienen om dezelfde canonieke status te krijgen als bijvoorbeeld ‘Afsluitdijk’ of ‘De idioot in het bad’.

Een korte bloemlezing. De gedichten over kinderen die het huis uit gaan, zullen waarschijnlijk voor veel ouders herkenbaar zijn:

het huis verlaten, de deuren staan
nog open, je kamers ruiken weelderig, gecompliceerd
naar ondergoed en nagellak, naar potloden en pijpen,
en geen begrip heb je - goddank geen reden tot begrijpen -
hoezeer die geuren voedsel zijn, hoe wij ze snuiven
oude verslaafde paarden aan de bijna lege ruiven
noch hoe de armoede kan nijpen.

En deze regels over de dementerende moeder zullen ongetwijfeld regelmatig geciteerd gaan worden bij begrafenisdiensten: ‘Had ik je maar als kind gekend, / die nu mijn kind en moeder bent’. Schrijnend is de beschrijving van een patiënt die aan psychose lijdt, met de slotregels:

Dan leeg, onwezenlijk maar zeer behoeftig iedereen
die maar een vinger uitsteekt vast te pakken, te omhelzen
tot op het bot glimlachend, springend van
wanhoop tot wanhoop als Eliza op de schotsen.
Zelfs Jezus niet - die door zijn vader was verlaten, god,
aan ‘t kruis en zo bescheiden klaagde toen hij hing
heeft deze eenzaamheid gekend, deze verbijstering.

Naast al dit menselijk lijden valt in deze bundel overigens vooral de vitaliteit op, de genietende en verwonderde blik waarmee de dichteres het leven begroet. Daarvoor zorgen bijvoorbeeld de herinneringen aan een gelukkige jeugd, die even aards als liefderijk moet zijn geweest, de verknochtheid aan het oerhollandse landschap, en de geborgenheid van een bijzonder gelukkige relatie.

In ‘Rebus in de bus’ (opnieuw een bus-gedicht, maar minder sterk dan ‘Afsluitdijk’ met de beginregel ‘De bus rijdt als een kamer door de nacht’) piekert de dichteres over de bonte verzameling mensen die samen met haar in het voertuig zitten, en wacht tot de ‘Zin’ van deze wonderlijke constellatie zich aan haar zal openbaren.

Maar nee - natuurlijk nee. De enige conclusie was:
ik houd van mensen in een bus, ik houd van gras
en lucht. Ik rij van Groningen naar Roden.

En nog in één van haar laatste gedichten schrijft Vasalis:

De tijd, het stromende getij
gaat nu zo snel en het verval
zo steil, alles werd weggespoeld.
Kom nu forellen, mijn herinneringen
spring met de verse krachten
en met de eerste wilde geuren
tegen de stroom.

Het idee dat het leven een diepere ‘Zin’ zou moeten hebben (zoals dat onder meer in ‘Rebus in de bus’ tot uitdrukking komt), is één van de verklaringen van de titel De oude kustlijn. De vogels laten zich leiden door een kustlijn die inmiddels niet meer bestaat, maar die niettemin nog ergens in hun collectieve onderbewustzijn aanwezig is. De oude kustlijn verwijst ook naar herinneringen, naar het vervlieten van de tijd en naar een wereld die er niet meer is. Tenslotte is het een prachtige metafoor voor dat waar het in poëzie om draait: het oproepen van onvermoede en nog ongekende betekenisvelden die zich niet in gewone taal laten vatten.

Misschien hoort niet elk gedicht uit De oude kustlijn bij het beste wat Vasalis ooit geschreven heeft. Maar voor de vele liefhebbers van haar werk die Nederland telt, is het een welkome en waardevolle aanvulling op haar kleine oeuvre. Ook in dat opzicht zullen velen graag nog heel lang naar ‘de oude kustlijn’ terugkeren.



© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.