NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

Winnen zonder verslaan

Hendrik-Jan de Wit


Carolijn Visser: Tibetaanse perziken. Foto’s Lambert van der Aalsvoort. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij Augustus, 2003. ISBN 90 457 0131 6. Prijs: € 18,50 (paperback). 304 pagina’s.


Carolijn Visser heeft veel van de wereld gezien en veel van haar ervaringen onderweg publiceerde ze in boeiende reisverslagen. Allerlei gebieden in Azië, zoals China en Mongolië, komen in deze boeken aan de orde. In haar laatst verschenen reisverslag Tibetaanse perziken brengt ze verslag uit van haar reis door Tibet. Ze doet dit aan de hand van een onbekende ontdekkingsreiziger, de Zeeuw Samuel van der Putte. Hij arriveert na een reis van tientallen jaren in 1730 in Tibet. Hij is één van de eerste Europeanen in Tibet. Het enige dat van zijn reis bewaard gebleven is, is een kaart van Tibet. Deze kaart en een aantal secundaire bronnen over de reis vormen het uitgangspunt van de tocht van Visser.

Samuel van der Putte is het leidmotief van het verslag. Carolijn Visser reist Samuel achterna en probeert achter het raadsel van deze voorganger te komen. Het grote geheim is voor Visser het volgende:

Dit was de oudste kaart die ooit, aan de hand van eigen observaties, van Tibet was gemaakt. En op nog een paar andere papiersnippers en schetsjes na, was dit het enige dat de legendarische Zeeuwse wereldreiziger had nagelaten. Vlak voor zijn dood in Batavia gaf hij opdracht zijn ‘Journael’ en andere notities te verbranden. Volgens de Bataviase Nouvellen, de plaatselijke krant die over zijn dood berichtte, om te voorkomen dat er later ‘frauduleuse geschriften op zijn Ed:Name konden uytkomen’. Zoveel eeuwen later kon ik niet anders dan betwijfelen of dat de werkelijke reden was. Waarom zou Van der Putte minutieus een dagboek hebben bijgehouden als hij van plan was het later te vernietigen? (17)

Met haar reis wil Visser in de huid van Samuel van der Putte kruipen om te weten te komen waarom haar voorganger al zijn aantekeningen verbrand heeft. Het is een doorn in haar oog, want waarom zou je jarenlang schrijven om het te verbranden. Het lukt Visser gedeeltelijk de persoon van Van der Putte voor zich te zien, lange tijd blijft hij een schim. Samuel vermeldt op de kaart dat hij perziken gezien heeft, iets wat Carolijn voor onmogelijk houdt in dat barre land. Toch ontdekt ze dat Van der Putte gelijk heeft.

De allerbeste poging om de schim Van der Putte tot leven te wekken, is het hoofdstuk ‘De kwade dampen van Batavia’. Hier reconstrueert Carolijn Visser de laatste levensdagen van Samuel van der Putte. Het is een levensecht beeld dat ze hier van de onbekende Nederlandse wereldreiziger schetst. Langzaam krijgt de schim in Tibetaanse perziken contouren en wordt een levend wezen, een heel modern wezen zelfs. Van der Putte verzamelt onderweg een kruiden die bewaard zijn gebleven op etiketten die alleen bij speciaal licht te lezen zijn. Visser vraagt zich af wat hij met de kruiden wilde doen:

Zou Samuel misschien hebben overwogen om — terug in Vlissingen — een praktijk voor oosterse geneeskunde te openen? Kon hij zijn tijd zo ver vooruit zijn geweest? (178).

Ze bezoekt de secretaris van de Dalai Lama en legt een lijst met de kruiden van Van der Putte voor hem. De secretaris concludeert dat Van der Putte veel te weinig kruiden had om maar één medicijn samen te stellen. Toch ontdekt Carolijn dat Samuel veel wist over de Tibetaanse geneeskunst.

Naast het verhaal van Samuel van der Putte, bevat Tibetaanse perziken veel andere verhalen. Het zijn de ontdekkingen die Visser doet, de eindeloze pogingen om de Chinese autoriteiten te ontlopen en mooie schetsen van de mensen die ze onderweg tegenkomt. Tibet is natuurlijk een prachtig gebied voor de verbeelding en vormt een inspiratiebron voor veel Europeanen. Met name het Tibetaans boeddhisme met haar kloosters vol monniken die een sober leven leiden, is de bron voor de mythevorming rond Tibet. Het idee dat de Tibetanen zich staande houden in een onmogelijk klimaat en dat ze hun opgewekte levenskracht putten uit hun geloof. Het heeft vele westerlingen bekeerd, hoewel weinigen het zouden doorgronden. Carolijn Visser aanschouwt al deze dingen en weet er in een afstandelijke stijl over te vertellen.

Ook Visser eindigt in de wens van een zelfstandig Tibet dat niet meer onderdrukt wordt door de Chinezen. Alleen leert Visser van het verleden: het oprukkende Mongoolse rijk:

De Mongoolse leiders lieten zich bekeren tot het Tibetaanse boeddhisme en hun onderdanen sloten zich daarbij aan. Wat niemand gelukt was, lukte de Tibetanen: de Mongoolse vijand was getemd. Dankzij de kracht van hun geloof hadden de Tibetanen zich het leven gered. (297)

Visser ziet in het groeiend aantal belijders van het Tibetaanse boeddhisme een mogelijke bevrijding voor de Tibetanen:

Nog een laatste ronde wilde ik maken. Wat zou dat mooi zijn, bedacht ik me voortstappend naast de witte stupa, als het de Chinezen net zo zou vergaan als de Mongolen destijds. Een vijand hoefde niet altijd te worden verslagen. Hij kon ook worden bekeerd. (299)

Deze beschouwingen met het verhaal van Samuel van der Putte die Tibetaanse perziken zijn de ingrediënten van dit aantrekkelijke reisverhaal. Visser heeft van haar reiservaringen opnieuw een wereldboek weten te maken.

Almelo, september 2003

boontoe / to the top

NeerlandiNet: voorblad / front page


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.