Vlieënde Hollander - SA literatuur in NederlandArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Bieg /
Confess
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Onderhoude /
Interviews
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Opiniestukke /
Essays
Rubrieke /
Columns
Kos & Wyn /
Food & Wine
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Feeste /
Festivals
Spesiale projekte /
Special projects
Slypskole /
Workshops
Opvoedkunde /
Education
Artikels /
Features
Geestelike literatuur /
Religious literature
Visueel /
Visual
Reis /
Travel
Expatliteratuur /
Expat literature
Gayliteratuur /
Gay literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Hygliteratuur /
Erotic literature
Kompetisies /
Competitions
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Brink gee sy fantasie vrye teuels in De Duivelsvallei

Van de Zuid-Afrikaanse schrijver André Brink verschenen onlangs een lijvige roman en een bundel essays. In De Duivelsvallei laat Brink zijn fantasie de vrije teugel, terwijl hij in de politieke, culturele en literaire beschouwingen probeert Afrika te herontdekken.

De Duivelsvallei lijkt een afrekening met de geschiedenis van de Afrikaners en Brink schroomt niet het beeld van die Zuid-Afrikaanse bevolkingsgroep stukje bij beetje tot de grond toe af te breken. Komt het door het nieuwe tijdsgewricht, waarin Zuid-Afrika een democratie wordt dat Brink juist nu deze afrekening moest schrijven?

Evenals Breyten Breytenbach en de Engelstalige Zuid-Afrikaanse schrijfster Nadine Gordimer heeft Brink het vaak moeilijk gehad met zijn land. De oudere generatie Zuid-Afrikaanse schrijvers is altijd behept geweest met een heilig moeten. Ze hebben de apartheid zien ontstaan en schrijven werd voor hen een politieke daad.

Niet zelden resulteerde dat in getuigenisliteratuur. Niet zelden ook werd blanke schrijvers verweten dat ze spraken namens de onderdrukte zwarte meerderheid, dat ze zich de stem van die meerderheid toe-eigenden. Dit ‘verwijt’ gold vooral Gordimer, maar ook Brink, die in Herontdekking van een continent aan deze heikele kwestie het essay Spreken met stemmen wijdt.

Brink en Breytenbach maakten deel uit van de literaire Afrikaner vernieuwingsbeweging van de Sestigers, ze vormden de avant garde die in Parijs het licht zag. Breytenbach zou nooit meer aarden in Zuid-Afrika, maar Brink (1935) ging na zijn Parijse jaren naar het land terug.

Brinks oeuvre omvat talrijke romans, vertalingen, onder meer van zeer veel jeugdliteratuur, naast vertalingen van Vestdijk en Hugo Claus. Uit de jaren zeventig stammen zijn veelgelezen romans Een ogenblik in de wind, Geruchten van regen en Een droog wit seizoen. Tot zijn jongere werk behoren de prachtige novelle Het eerste leven van Adamastor (1993) en de roman Zandkastelen (1996).

Zijn jongste roman, De Duivelsvallei, is met veel humor en vaart geschreven. Een groot bezwaar echter is dat Brinks personages diepte missen, te veel bloedeloze, allegorische typetjes blijven. Brink weet nauwelijks iets te doen met de mystiek die zijn vertelling zou moeten kenmerken. Het niveau van van binnenuit vertelde verhalen als Etienne van Heerdens De betoverde berg of A.H.M. Scholz’ Vatmaar wordt nooit gehaald.

Misschien komt het door de hoofdpersoon, een buitenstaander, dat De Duivelsvallei zo eendimensionaal, zo vlak blijft. Jammer, want het gegeven is even boeiend als inspirerend. Philip Lochner, een negenenvijftigjarige uitgebluste, aan alcohol en sigaretten verslaafde, cynische misdaadverslaggever wiens huwelijk op de klippen is gelopen, gaat, gewapend met camera en cassetterecorder op zoek naar de afgelegen Duivelsvallei in de van mythen, sagen, wonderen en andere onverklaarbare dingen vergeven Karoo, het onmetelijke, nauwelijks bewoonde halfwoestijngebied in het hart van Zuid-Afrika.

Hij beleeft er de gekste dingen. Dat is Brink wel toevertrouwd. Zoals altijd is hij bezig met het spel van verhalen en vertellen. Begon Het eerste leven van Adamastor met de sprookjesachtige Frans-filosofische zin ‘Er was eens en er was eens niet,’ in De Duivelsvallei wordt de hoofdpersoon welkom geheten met de woorden: ‘Ik zat hier al op je te wachten’. Hoe dat kan is ook de hoofdpersoon een raadsel. Maar de raadsels stapelen zich op.

Eenmaal in de Duivelsvallei ziet Lochner vrouwen met vier borsten, mensen wier gedaante in rook opgaat, graven die leeg blijken, is hij getuige van volkstribunalen, aangericht door de ‘raad van justitie’ die de inwoners van Duivelsvallei er opna houden, en wordt hij geconfronteerd met de eeuwige snottebel van het jongetje Piet Snot.

Gelezen wordt er in deze anachronistische omgeving alleen uit de 17e eeuwse Statenvertaling (mensen met een geloof hebben al een boek) en voor de rest is de Duivelsvallei vergeven van incest, moord en andere duistere praktijken, dit alles uit naam van de Almachtige, die later wordt ingeruild voor een ‘actieplan’.

Lochner gaat naar de Duivelsvallei om de geschiedenis van de nakomelingen van Lucas ‘Siener’ Lermiet, die de vallei in de jaren dertig van de vorige eeuw binnentrok, te boekstaven. Hij doet dit uit wroeging over een verwoest, doorrookt en verzopen leven. Hij komt ertoe over de Duivelsvallei te schrijven na een ontmoeting met Klein-Lukas Lermiet, een van de zeer weinigen die de Duivelsvallei hebben mogen verlaten om te gaan studeren. Tot overmaat van ramp vindt deze Klein-Lukas op de dag dat hij Lochner een tweede keer zal ontmoeten de dood als hij door een auto wordt geschept.

Als gids door de Duivelsvallei krijgt Lochner de man met de uitnodigende naam Lukas Dood mee, door wie hij kennismaakt met de inwoners van de vallei, allemaal familie van elkaar. Ze hebben de gekste bijnamen: Poppie Vollemaan, Joos Josef, Jurg Water, Henta Voorperske, Perus Lappe, Giel Oë, Isak Smous, Joop Droë, Peet Pote, Liesbet Pruim, Ben Uil, Bettie Tiet en Soon Heilig. En die mensen zijn allemaal wat ze heten, doen allemaal wat ze waren, Het Verleden Bewaren, om met Guilleaume van der Grafts gedicht Adam te spreken.

Brink heeft Zuid-Afrika eens een goudmijn voor de schrijver genoemd — het materiaal ligt er voor het oprapen. Daarom ook kiest Brink voor historische thema’s die hij vrijelijk kan bewerken.

Alles goed en wel, maar je moet als schrijver toch ook proberen te overtuigen. De rol die de zuipende rokkenjager-journalist speelt, werkt afstandelijkheid in de hand. Tot overmaat van ramp bereikt het verhaal soms larmoyante diepten, bijvoorbeeld wanneer de hoofdpersoon in een doodskist de liefde bedrijft met de opstandige Emma.

De essays in De herontdekking van een continent zijn zeer divers en dateren uit de jaren tachtig en negentig. Ze bevatten de felle aanklacht die Brink op het dieptepunt van de apartheid, midden jaren tachtig in The Guardian publiceerde, en voorts een aantal kortere en langere stukken, waarvan Een boerderij in Afrika, over de eerste verkiezingen van 27 april 1994 een van de ontroerendste is.

Het lange artikel Afrikaners (1988) werd geschreven voor de National Geographic en vertelt over de rijke geledingen die de Afrikanertak telt. Mogelijk heeft Brink hier al iets gevonden dat hij in De Duivelsvallei kon gebruiken. Een groep Afrikaners keerde in 1987 terug uit Dakar, Senegal, waar ze met het ANC hadden gesproken. Op de Johannesburgse luchthaven Jan Smuts werden ze opgewacht door leden van de semi-fascistische Afrikaner Weerstandsbeweging van Eugene TerreBlanche.

De demonstranten koelden hun fundamentalistische woede ook nog even op een niets vermoedende stewardess van British Airways die een zwart kindje op haar arm droeg. ‘Zet neer dat kind. De bijbel zegt dat we niet mogen verkeren met de dieren des velds.’

Het essay biedt voldoende stof tot reflectie, maar eindigt helaas met een open deur: ‘De nimmer eindigende tragedie van de Afrikaner,’ citeert Brink de liberale Zuid-Afrikaanse politicus Van Zyl Slabbert, ‘is dat hij een blanke Afrikaan is die weigert te leren leven met zijn eigen continent en de bevolking die daar woont. De meerderheid wil hier blijven, maar apart, en na meer dan drie eeuwen is het tragische van de Afrikaner dat hij nog altijd niet thuis is gekomen.’

Een van de aardigste stukken is Sentimental journey, dat ons naar het Parijse Jardin du Luxembourg voert.

Het is 1995, een jaar na de eerste Zuid-Afrikaanse verkiezingen en vijfendertig jaar geleden dat Brink in Parijs aankwam, nauwelijks vijfentwintig jaar oud. De schrijver mediteert over zijn reizen naar Parijs, hoe ze hem hebben veranderd, over wat de tijd met hem heeft gedaan.

In de streng geometrische tuin waar hij zich bevindt en waaraan hij zoveel te danken heeft, mist hij ‘thuis’. Met een knipoog naar Voltaire schrijft Brink: ‘Cultivons notre jardin’, en ontpopt hij zich als een gepassioneerde cultuurzendeling die tot de conclusie komt dat Zuid-Afrika de tuin is die gecultiveerd moet worden en dat hij daarin een rol heeft.

André Brink, De Duivelsvallei, (vertaling: Rob van der Veer), Uitgeverij Meulenhoff. Herontdekking van een continent (vertaling Rob van der Veer, Dorien Veldhuizen en Jos den Bekker), Meulenhoff.

boontoe


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.