NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

Familietafereel van een meesterschilder

Hendrik-Jan de Wit

Adriaan van Dis: Familieziek, Een roman in taferelen. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij Augustus, 2002. ISBN 90 457 0041 7. Prijs: E. 18,50 (gebonden). 205 pagina’s.

Dit najaar verscheen een nieuwe roman van Van Dis bij de nieuwe uitgeverij Augustus. Deze uitgeverij onder leiding van Tilly Hermans heeft een bewogen en veelbesproken geschiedenis. In augustus presenteerde Hermans haar eerstelingen, precies een jaar nadat ze afscheid nam als redactrice van uitgeverij Meulenhoff. Het Nederlandstalig fonds van deze uitgever bezit een aantal bekende Nederlandse schrijversnamen zoals Conny Braam, Adriaan van Dis, Oek de Jong en Nelleke Noordervliet.

De ondertitel van Van Dis’ nieuwe roman Familieziek luidt: roman in taferelen. De term ‘tafereel’ betekent ‘afbeelding’ en heeft haar oorsprong in de schilderkunst. In een toneelstuk is tafereel een gedeelte van een bedrijf. Een tafereel kan daarnaast ook een ‘schildering in woorden’ betekenen. Deze laatste definitie gaat op voor Familieziek: het verhaal wordt in afzonderlijke, op zichzelf staande beelden verteld en op deze manier verschuift het temporele aspect naar de achtergrond. Pas veel later komt door middel van de herhaling de chronologie in het verhaal tot uitdrukking. Hiermee laat Van Dis zien dat hij dezelfde thematiek als in Nathan Sid (1983) en Indische duinen (1994) op een voortreffelijke wijze weet te vatten in haast filmische taferelen.

De roman Familieziek vertelt het verhaal van de jeugd van ‘de jongen’. Het hele boek blijft zijn naam onduidelijk, net als de naam van zijn vader, ‘Meneer Java’, zijn ‘moeder’, en drie zussen; zij worden naar hun positie ingedeeld in ‘oudste’, ‘middelste’ en ‘jongste’. ‘De jongen’ groeit op in een gezin dat uit Nederlands-Indië komt en hij is de enige die kort na de oorlog in Nederland geboren is. Dit gegeven zorgt ervoor dat hij buiten het gezin valt. Hij deelt niet de geschiedenis in Indië en mist de traumatische gebeurtenissen in de Jappenkampen. Daar komt nog bij dat de drie zussen een andere vader hebben die in het eerste oorlogsjaar vermoord is. Meneer Java wordt achtervolgd door de ellende van de oorlog en door het verlies van de oude kolonie aan het einde van de oorlog. Hij wil zijn zoon, de jongen, klaarstomen voor een eventuele Derde Wereldoorlog. Dit gaat niet zonder slag of stoot: de jongen krijgt regelmatig een pak slaag en moet veel ander leed ondergaan van zijn psychisch gestoorde vader.

De Koude Oorlog vormt een essentieel motief in Familieziek. Van Dis werkt dit uit aan de hand van de bom, die in verschillende gedaantes voorkomt. Meneer Java is erg bang voor een Derde Wereldoorlog. Zijn angst wordt belichaamd door de atoombom. Aan de ene kant is deze bom de bevrijder geweest voor de familie, de Tweede Wereldoorlog kwam aan zijn einde door twee atoombommen. Anderzijds staan de A- en de H-bom symbool voor de dreiging van de Derde Wereldoorlog. Meneer Java wordt gek van de bom en spreekt met zijn zoon in de psychiatrische inrichting over de ‘derde bom’ die de jongen moet maken. De atoombom vormt het motto van de roman in een citaat van Boris Vians ‘La java des bombes atomiques’. De jongen probeert zich te verschuilen in een fictieve wereld om hem heen die hij het spiegelhuis noemt: ‘In het spiegelhuis gaat nooit iets fout’ (99). Dit in tegenstelling tot de werkelijke wereld. Als het spiegelhuis bij de zenuwarts dokter Kofferman op papier verschijnt, verscheurt de jongen het en maakt er een prop van. Hij is zelf de bom; want overal is hij bang. Hij heeft de angst voor de bom van meneer Java overgenomen.

In dit verhaal vormen de jaren vijftig in Nederland een prachtig decor. Het zijn de jaren kort na de Tweede Wereldoorlog waarin Nederland druk werkt aan zijn wederopbouw. De familie woont in een pension vlakbij de duinen en de zee. Meneer Java volgt het nieuws op de voet. De plaatselijke berichten in combinatie met het wereldnieuws maken de roman tot een prachtig tijdsdocument. De familie van moeder in Zeeland lijdt onder de watersnoodramp van 1953, waarvan de schade achteraf meevalt. Maar ook bij de familie in de buurt gebeurt er van alles: er strandt een schip en er wordt op hetzelfde strand een blindganger, niet ontplofte bom uit de Tweede Wereldoorlog, ontdekt. De familie schaft een televisie aan en Meneer Java meent dat het een kleurentelevisie is, vanwege het plastic dat hij voor de beeldbuis geplakt heeft. De televisie vertelt op haar beurt de wereldgeschiedenis: de Suezcrisis en de situatie in Hongarije. Uiteindelijk moet de televisie het veld ruimen. Meneer Java heeft het apparaat op afbetaling gekocht en kan hieraan niet voldoen.

Binnen deze verhalen, wordt het verhaal van ‘de jongen’ verteld. De jongen gaat zwaar gebukt onder zijn lastige positie in het gezin: hij hoort nergens bij. Zodoende is zijn vader de enige persoon waarin hij verbondenheid ziet. Op elke mogelijke wijze probeert de jongen aan zijn verwachtingen te voldoen, zo leert hij van meneer Java schrijven en rekenen. Voor de jongen is taal is erg belangrijk. De jongen speelt met de woorden die hij van zijn vader leert. Maar ook dit wekt meewarigheid. Iedereen om hem heen keurt zijn schrijverij af, de lussen zijn te groot en de woorden zijn niet goed of onjuist gespeld. In de loop van het verhaal maakt de jongen zich weer van zijn vader los door steeds meer zijn eigen stijl en schrijfwijze te vinden.

Adriaan van Dis werkt in zijn roman Familieziek opnieuw zijn vertrouwde thematiek uit, zoals hij eerder deed in Indische duinen en Nathan Sid. Hij doet dit in Familieziek op voortreffelijke wijze en soms bereikt hij een ‘haast mythisch karakter’. Zoals het moment waarop de jongen ernaar verlangt om juist op zijn vader te lijken; iets wat hij eerder nooit wilde:

Nu hij bij zulke lelijke mensen logeert, kijkt hij lang naar zichzelf om te weten te komen op wie hij lijkt. Hij smeekt de spiegel hem er anders uit te laten zien. Bruiner en meer van het andere land ... niet uit de natte klei. Niet gebukt onder laaghangende wolken. Hij mist het schelle licht van de kust, het zand tussen de lakens, de duinen … het is hier zo allemachtig plat, God, wat mist hij zijn bergen … meneer Java, zijn Krakatau aan zee (198).

De jongen accepteert dat hij op zijn vader meneer Java lijkt. De jongen die alles ziet en hoort, vergeet niets. Als alle taferelen samengevallen zijn, blijkt dat hij niets vergeten is en daarin zichzelf gevonden heeft. Het verhaal wordt door een hij-verteller verteld. De verteller staat volledig buiten de tekst en overziet alles van een afstand. Hierbij treedt de jongen als belangrijkste focalisator op. Door deze beklemmende en emotieloze manier van vertellen, weet Van Dis juist de gevoeligheden van de jongen zeer treffend te verwoorden. Van Dis laat met Familieziek zien dat hij door afstand te scheppen, nabijheid creëert. Hierdoor is Familieziek een meesterstuk in zijn oeuvre. Door het verhaal te schilderen in taferelen completeert Van Dis mijn opvatting.

Almelo, 9 december 2002

terug    /     boontoe


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.