NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

Boudewijn Büch 2: Leven in de rotzooi, Büch de verzamelaar

Hendrik-Jan de Wit

Klik hier en wen!
Klik hier en wen 12 maande af op jou huislening!

Boudewijn Büch: Een heel huis vol, Over een natuurwetenschappelijke verzameling.
Tweede druk. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2004 [2001].
ISBN: 90 295 0462 5.
Prijs: € 12,50.
168 pagina's.

Bert Sliggers: Herkomst: Boudewijn Büch.
Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2005.
ISBN: 90 295 6250 1.
Prijs: € 21,95.
168 pagina's.

Het hele huis van Büch stond vol met rotzooi. Er zijn foto's van een eindeloze hoeveelheid pinguïns van kitscherige speelgoedknuffels tot aan waardevolle negentiende-eeuwse beeldjes bijeengepropt in een kast. Boudewijn Büchs Bibliotheca Didina Et Pinguina (de bibliotheek van de dodo en de pinguïn), was de beroemdste privé-bibliotheek van Nederland, maar de bibliotheek had meer weg van een ongeordend boekenmagazijn. Stapels boeken versperden het zicht op de door het grote gewicht gebogen boekenplanken. De bureau's en tafels in de bibliotheekruimte op de begane grond van het grachtenpand aan de Keizersgracht in Amsterdam, lagen tussen de stapels boeken vol met prullaria.

Büch blies zijn laatste adem uit op 23 november 2002 in zijn slaapkamer op de eerste verdieping, met het boek Gespräche met Heine naast zijn hoofdkussen opengeslagen. Eenzaam stierf de geliefde schrijver en verzamelaar tussen de boeken en de rotzooi. Al zijn vrienden had hij van zich afgeschopt omdat ze hem te dierbaar waren geworden. Uit angst dat zijn vrienden hem zouden verlaten, dumpte hij ze zelf maar, zo concludeert Rudy Kagie in zijn biografische schets Boudewijn Büch, Verslag van een mystificatie.

Vrijwel niemand liet hij toe tot zijn verzameling boeken en natuurwetenschappelijke prullaria. Büch maakte één uitzondering. Een jaar voor zijn overlijden bezweek hij voor het eerst en voor het laatst aan de verleiding een deel van zijn omvangrijke particuliere collectie te tonen aan het publiek. Van mei tot december 2001 keken duizenden mensen naar de selectie die Büch zelf maakte van zijn voornamelijk natuurwetenschappelijke verzameling in het Natuurmuseum te Rotterdam. Niet wetend dat over niet al te lange tijd zijn hele collectie voor belangstellenden te zien zou zijn.

In het voorwoord van het boek dat bij de tentoonstelling in het Rotterdamse Natuurmuseum verscheen, Een heel huis vol, Over een natuurwetenschappelijke verzameling, zegt de schrijver het ook allemaal niet meer te weten. Het is onmogelijk om zijn collectie nog in een redelijke tijdspanne te beschrijven. 'Het is gewoon te veel geworden', verzucht Büch. De verzameling hangt als een loden last aan hem vast. De veilingmeesters hebben er later grote moeite mee gehad om de totale verzameling aan boeken en prullaria te beschrijven voor de enorme veiling die enkele maanden geleden eindelijk afgerond is.

Büch belooft in het voorwoord van Een heel huis vol een uitgebreider boek te zullen schrijven over het raadselachtige van het verzamelen en het daarbij behorende 'lijden onder een aangename pijn'. Het beloofde boek is verschenen onder de titel Steeds verder weg (zie voor mijn recensie: http://www.litnet.co.za/neerlandi/boekenkast.asp). In de titel legde Büch een nieuwe belofte door op te merken dat dit deel één was. Het is echter bij dit ene deel gebleven, want enkele weken na de verschijning van het boek, stierf de verzamelaar. Verder geeft Büch in het voorwoord van Een heel huis vol een duidelijke opvatting over zijn verzameling. Hij noemt wat in zijn huis staat ook omvangrijk. Het alles is uitdrukkelijk alleen voor hem bestemd.

Ik heb nooit verzameld voor anderen en ik heb ook nooit het verlangen gehad om over mijn dood heen te regeren met een museum dat mijn naam zou dragen. Ik heb slechts verzameld omdat ik tijdens mijn leven door mooie dingen omringd wilde zijn. En zeker ook opdat ik op elk moment van de dag mijn eigen spullen zou kunnen raadplegen en aanraken. (13)

In een museum en bibliotheek zijn deze dingen onmogelijk. In een museum moet je overal van af blijven en in de bibliotheek mag je blij zijn als je een boek mag inzien. Bovendien zijn deze instellingen voorzien van openings- en sluitingstijden. Vrijwel geen enkele bibliotheek is op elk gewenst moment bereikbaar, merkt de auteur op. Het zijn voor hem de argumenten om deze enorme verzameling te bezitten.

Niemand anders heeft iets te zoeken in de krochten van zijn ziel, die zijn verzameling eigenlijk is. Want Büch vindt dat zijn verzameling een goede afspiegeling van zijn innerlijke beroeringen weergeeft.

Hoe de verzamelaar in elkaar zit, weet hij zelf niet. Hoe de verzameling is opgebouwd, is zelfs de verzamelaar niet geheel duidelijk meer. Wat getoond wordt in het Natuurmuseum is echter zonder enige twijfel een blik in de ziel van iemand die de wereld vooral beschouwt als een magazijn vol mooie, interessante, angstwekkende en kostbare spulletjes. Ziehier. (16)

Dat Büchs publiek zijn snuisterijen bijna twee jaar later opnieuw zou kunnen bewonderen, kon hij onmogelijk bevroeden. De dood kwam als altijd onverwachts. De nabestaanden besloten om het grootste deel van de verzameling van de hand te doen en een klein, representatief deel van 'honderd boeken en manuscripten, kaarten en zeefdrukken, beeldjes en andere parafernalia' te schenken aan het Teylersmuseum, dat voor de gelegenheid gebombardeerd werd tot Büchs 'mooiste museum ter wereld'.

Een beter argument om gratis wat voorwerpen aan de museumcollectie toe te kunnen voegen is niet denkbaar. Bovendien geldt Teylers als een verzamelaar van het formaat Büch, zo vertelt een vriend in de inleiding van de tentoonstellingsgids van het Teylersmuseum: 'hij had het [museum Teylers, HJdeW] zelf opgericht kunnen hebben.' Het staat allemaal in de door Bert Sliggers geschreven catalogus: Herkomst: Boudewijn Büch. Een boekje dat in een cassette past met de veilingcatalogi, 'waarmee de verzameling van Boudewijn toch in zijn geheel voor het nageslacht bewaard, althans kenbaar zou blijven.' Alles bij elkaar en toch uit elkaar, een beter compromis bestaat niet.

Het kleurrijke boekwerk van Sliggers toont een bonte verzameling van boeken en voorwerpen. Zo staat een dodobotje gebroederlijk naast een haarwerkje van Wolterus Adrianus Ooms (ter nagedachtenis van Alida Bot, 1881) en een Eerstedagenveloppe uit British Antarctic Territory (d.d. 24-12-1991) ligt naast de uitgave in drie banden van de Reize van Humboldt. Bij al deze plaatjes legt Sliggers de achtergronden uit, met veel citaten van de overleden verzamelaar erbij. Ook probeert Sliggers de motivatie van Büch om die voorwerpen te kopen te achterhalen door veelvuldig te verwijzen naar passages uit het werk.

Bijna gelijktijdig kwam Büchs uitgever De Arbeiderspers op de proppen met een goedkope editie van het in 2001 door het Natuurmuseum uitgegeven boek Een heel huis vol. Het boek biedt een interessante inkijk in de verzameling van Büch, voorzien van het commentaar van de verzamelaar zelf. Zo citeert hij uit zijn dagboek om zijn ontmoetingen te illustreren met pinguïns, dode dodo's en de levensloze coelacanth. Daarnaast haalt hij zijn fascinatie aan voor natuurwetenschappers als Humboldt, Buffon, Boerhaave en Van Musschenbroek. Het boek draagt eenzelfde ongecontroleerdheid uit als de verzamelwoede van Büch. Overal worden boeken aangehaald en strooit Büch met zijn eruditie. Het schrijven van een artikel komt sterk overeen met het verzamelen van de schrijver:

In een voetnoot kom ik een boek tegen, ik ga op zoek naar de eerste druk en in die eerste druk kom ik weer een ander boek tegen dat ik ook wil bezitten. Zó is dat hele huis ontstaan. (14)

Zó ontstaan zijn artikelen dus ook. De rommelige structuur en de vele dingen die Büch aanhaalt, geven zijn werk charme. Zonder deze ingrediënten zou een artikel van hem net zo gortdroog worden als die van 'echte' wetenschappers. Hun artikelen worden alleen door vakgenoten gelezen, het oeuvre van Büch is toegankelijk voor een groot publiek. Dat is een grote verdienste van hem. Zonder Büch zouden dezelfde onderwerpen veel minder bekend zijn bij een groter publiek. Televisiezenders als National Geografic en Animal Planet kunnen daar niet tegenop.

Dat is gelijk het bezwaar van Sliggers' boek over Büchs verzameling. Sliggers behoort namelijk tot de categorie van saaie wetenschappers. Hij bedient zich van een veel drogere taal en weet niet zo vlot en glad te schrijven als de verzamelaar waarover hij schrijft. Vaak strandt het in een nodeloos citeren uit het boek Een heel huis vol, terwijl er veel andere dingen over de voorwerpen te vertellen zijn. Bovendien wekt Sliggers hiermee de suggestie dat het overgrote deel van de keuze in voorwerpen van het Teylers Museum overeenkomt met de tentoonstelling die Büch zelf voor het Natuurmuseum in Rotterdam samenstelde in 2001.

Dit is niet alleen een suggestie, maar meer een waarheid, blijkt als de twee boeken naast elkaar gelegd worden. Bijna de helft van de voorwerpen die Büch in 2001 liet zien, komt voor in de catalogus van Sliggers. Dit roept de grote vraag op of de keuze van het Teylers Museum niet te snel genomen is. Of ligt de oorzaak bij Buchs verzameling, die gewoon slechts enkele waardevolle voorwerpen bevatte? Stond daar aan de Keizersgracht werkelijk een huis vol rotzooi?

Almelo, mei 2005

Klik hier en wen!
Klik hier en wen 12 maande af op jou huislening!



LitNet: 02 Junie 2005

boontoe / to the top

NeerlandiNet: voorblad / front page


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.