NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

Een omgevallen boom

Hendrik-Jan de Wit


Frans Kuipers: Antjes lied en andere gedichten. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 2003. ISBN 90 450 1025 9. Prijs € 13,50. 64 pagina’s.


Een gedichtencyclus is als het zachtjes tikken van de wind tegen de bladeren van de boom. Ieder blad is een woord, ieder gedicht een boomtak. De bladeren brengen de boomtakken in beweging, die allen verankerd staan in de stam van de boom. Ieder gedicht verwijst naar een element van de cyclus. Gedichten wisselen onderling gegevens uit, een geheim of een naam. En de woorden brengen de taal in beweging tot zinnen.

Frans Kuipers’ bundel Antjes lied en andere gedichten bestaat uit drie cycli. Iedere reeks draagt een titel die de stam van de boom zou moeten zijn. De titel is de bron voor de hele boom, geeft de woorden voedsel en de takken steunen op hem. De bladeren hebben vrij spel en brengen het geheel in beweging. Op deze manier ontstaat een evenwichtig geheel waarin de lezer met plezier het woordenspel meespeelt. Een cyclus is daarbij het overkoepelende orgaan. Kuipers laat een inhoudsopgave zien die leest als een gedicht, maar de cycli zelf laten veel te wensen over.

De taal van Frans Kuipers’ poëzie is vreemd en onwennig. Stug en vergezocht zou ik haar willen noemen. In het vierde gedicht uit de cyclus ‘Narrenpad’ spreekt het lyrisch subject in schimmige woorden:

Over wat jullie zeiden gaat dit.
Over wat jullie niet zeiden.
Over wat jullie zeggen wilden
maar niet zeggen konden. (30)

Dit nodigt niet uit tot lezen want de worsteling met de taal is een gevecht en geen spel:

Vreemd hoe vroeg jong ik al oud was,
meeps van mangel en wee van de zee.

Hoe blind en blut
en blakend van liefdeslust
ik naar neon kwam
als de mot naar de vlam. (31)

Prachtig al die alliteratie en binnenrijm, maar het voegt niets toe. De taal blijft dood doordat Kuipers de taal probeert te wringen in zijn vergezochte rijm.

Wat mij het meest stoort in de bundel is het gegeven dat Kuipers nauwelijks aandacht besteedt aan zijn cycli. Het lijkt wel of hij een serie gedichten achter elkaar geschreven heeft en er vervolgens snel een naam bij bedacht heeft. Het eerste gedicht zou de paukenslag moeten zijn van de serie en nieuwsgierig moeten maken naar de rest. Het laatste gedicht moet het volle akkoord zijn waarmee de cyclus is volbracht. Bij Kuipers nodigt het eerste gedicht niet uit:

Ze noemen me
Jij-die-lacht-zonder-gezicht,
Jij-die-als-water-niet-oud-kan-worden.

Ze noemen me
Duizendschoon en Kusmetoch. (40)

Naar mijn overtuiging kan daar veel beter het achtste gedicht uit de cyclus staan:

Tante Antje heet ik in de kindermond
twee, drie straten in het rond. (47)

Een enkel gedicht doet vermoeden dat tante Antje een oude vrouw is, die op sterven na dood is. Maar in het lied dat zij zingt verliest ze zich in twee soorten sneeuw en een eindeloze reeks natuurbeschrijvingen. Om te eindigen met lied nummer 20:

Ik zag wat ik zag:
aan alle graven stamelmans,
verdwaald in eigen huis de kamerheer.
Zag wat ik zag:

Ikvergeven, bloedgeschreven
en onleesbaar deze wereld. (61)

Een goedkoop einde, verstopt in opgedirkte woorden. Kuipers maakt zijn eigen cyclus dood door dat ‘zag wat ik zag’, alsof het er allemaal niet toe doet.

Kuipers laat met Antjes lied en andere gedichten zien dat een cyclus schrijven niet aan hem besteed is. Het had mij verstandiger geleken de gedichten van een titel te voorzien en te ordenen naar gegevens. Want door zijn cycluskoorts, zie je niet dat hij erg goed is in de natuurbeschrijving en het valse sentiment. Want het negende gedicht uit ‘Vught revisited’ had wat mij betreft zo in het ‘Narrenpad’ gemogen:

Er is de met zwammen begroeide boomstronk op het mos
in het minnaars en moordenaars duldende bos.

Er is op het pad onder bloeiende vlieren
een dansvloer waar het licht en de schaduwen zwieren.

Er is het zonbeschenen vliegebeestje dat zonder gerucht
met hevig bewegende vleugels stilhangt in de lucht.

En blauwgroene vliegen zijn er op een stinkende brij
die gonzend wegstuiven als je kijken komt van dichtbij. (22)

Want Kuipers is zeker een dichter, maar hij moet zich niet wagen aan een vermeende serie. Daar komt nog bij dat hij alle drie cycli eerder publiceerde in literaire tijdschriften Het is een doodszonde voor een dichter door niet met iets nieuws te komen als ze een bundel mogen publiceren. Misschien is zoiets wel van toepassing bij ‘nieuwe meeslepende, stormachtige poëzie’ zoals de uitgever de bundel promoot. De storm van Kuipers waait zo hard door de bladeren van de ‘cyclusboom’ dat takken scheuren en ze de stam meesleuren in hun val.

Almelo, september 2003

boontoe / to the top

NeerlandiNet: voorblad / front page


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.